De snelste zebra van de wereld – Youp van ’t Hek en Georgien Overwater
Het boek:
Wie wil er tegen mij rennen?
Hallo?
De zebra wil de snelste van de wereld worden.
Maar alle dieren hebben zich verstopt.
Niemand wil tegen hem rennen.
Dat laat de zebra niet op zich zitten.
Als Niemand tegen hem wil rennen,
dan rent hij toch tegen Niemand?
Juf Sanne zegt:
Zebra wil dolgraag een wedstrijdje rennen. Maar daar hebben de andere dieren geen zin in want Zebra wint namelijk altijd. ‘Niemand wil tegen jou rennen’, zegt Tijger. Prima! Dan rent Zebra wel tegen Niemand. Die uitdaging neemt Zebra graag aan.
Ik deed het boek open in de winkel en ik was verkocht. Die Zebra die zo triomfantelijk op het midden van de pagina staat en het Nijlpaard dat zich probeert te verstoppen. Bij de volgende bladzijde was ik verliefd. Wat heerlijk. Hier krijg ik zoveel ideeën van. Inmiddels heb ik die ideeën vormgegeven en kun je ze op deze pagina vinden. Er zijn ook diverse downloads bij het boek verkrijgbaar.
Woorden:
snel – sneller – snelst – wedstrijd – rennen – winnen – verliezen – niemand – startschot – ronde – finish – dieren
In de kring:
- Bespreek het boek na het voorlezen en laat de kinderen het verhaal terug vertellen. Doe dit aan de hand van de platen in het boek. Bespreek met de kinderen na of zij weleens gewonnen hebben. Hoe voelde dat? En hoe voelt het als je verliest?
- Zebra is erg goed in rennen. Waar ben jij heel goed in? Neem een vel papier en schrijf erboven: Ik ben goed in: ….. Laat de kinderen daar een tekening van maken.
- De dieren verstoppen zich voor Zebra. Waarom zouden ze dat doen? Zou jij je ook weleens willen verstoppen? Wanneer en waarom?
Woordkaarten bij het boek:
Download de begeleidende woordkaarten bij het boek. Op de woordkaarten staan alle dieren die in het boek voorkomen. Knip ze uit en plastificeer de kaarten voor herhaaldelijk gebruik. Niemand heeft natuurlijk ook zijn eigen woordkaart. Download de woordkaarten hier:
Woordkaarten met lidwoord
Woordkaarten zonder lidwoord
- Bekijk het boek met de kinderen en laat ze alle dieren die in je boek voorkomen benoemen.
- Bekijk het boek per pagina en leg steeds de woordkaarten van de dieren neer die op de pagina voorkomen. Bekijk steeds welke dieren er zijn bijgekomen.
- Tel het aantal diersoorten aan de hand van de woordkaarten die in het boek voorkomen.
- Print een sjabloon van lege woordkaarten uit op groen papier en teken een boom of struik in de kaart. Knip het papier rond de boom weg en lamineer de kaart. Zorg voor meerdere bomen en struiken en leg deze op de woordkaarten. Laat de kinderen proberen te raden welk dier zich verstopt heeft voor Zebra.
- Een kind bekijkt de kaart met het verstopte dier. De andere kinderen kunnen niet zien welke kaart het kind voor zich heeft. Het kind probeert het dier te omschrijven en de groep raadt, aan de hand van de beschrijvingen, het verstopte dier.
- Leg alle kaarten omgedraaid op de grond. Laat één kind steeds twee kaarten pakken. Welk dier zou de wedstrijd winnen denk je? Muis of egel? Nijlpaard of haas? Laat de kinderen zelf een beredenering verzinnen waarom een dier sneller zou zijn dan de een ander.
- Koop mini-trofeeën (b.v. bij de Action) en plak daar de namen van de dieren op. Laat de kinderen het juiste dier tussen de woordkaarten zoeken en leg daar de trofee op.
- Plak op de achterkant van de trofeeën cijferstickers en laat de kinderen de trofeeën in de goede telrij zetten.
- Leg steeds drie woordkaarten bij elkaar, bijvoorbeeld de vogel, de zwaan en de uil. Vraag vervolgens: rara raden maar, waarom liggen ze bij elkaar? Je kunt bijvoorbeeld op kleur, eigenschap of op beginklank sorteren.
Knutselen
- In het boek plakt Haas posters om de wedstrijd tussen Zebra en Niemand aan te kondigen. Laat de kinderen een zebra op de posters schilderen. Vergroot de poster bij het kopiëren eventueel tot A3 formaat.
- Download de plaat van de half gestreepte Zebra. Zeg tegen de kinderen dat Zebra zó hard heeft gelopen dat hij de helft van zijn strepen is verloren. Kijk maar, ze staan nu op de eerste bladzijde. Zo hard is hij het boek uitgerend. Geef de kinderen zwart verf en laat ze Zebra zijn strepen verven.
- Laat de kinderen een dier verven, knippen of tekenen. Geef ze een groen vel waar ze een boom van knippen. Niet de boom aan de onderkant of zijkant vast aan het tekenpapier. Zo kan het dier zich steeds verstoppen voor het geval zebra eraan komt.
- Maak een toeter van papier.
- Neem een wit t-shirt of vraag aan ouders of ze een oud wit t-shirt mee willen nemen van thuis. Laat de kinderen zwarte strepen op het t-shirt verven. In de speelzaal kun je de kinderen de opdracht geven net zo snel te rennen als zebra.
- Download de puzzel en knip deze in stukken. Laat de kinderen de puzzel weer maken.
- Laat de kinderen een podium knutselen van kosteloos materiaal.
- Laat de kinderen een trofee knutselen. (Kijk op Pinterest voor diverse suggesties).
Spelsuggesties
- Neem een set dierentuin- en bosdieren en neem stroken karton. Schrijf de cijfers 1 t/m 6 op de stroken. (Je kunt ook acht stroken nemen.) Vertel dat bij een atletiekbaan de nummering begint aan de binnenkant. Zet nu een aantal dieren op de stroken. Vraag welk dier het snelst is, en welk dier daarna. Maak eventueel een echte classificatie. Op de eerste plaats: zebra in baan 5 etc.
- Bouw een podium van blokken uit de bouwhoek en leg uit hoe een podium werkt.
- Laat de kinderen in de bouwhoek het parcours van de wedstrijd van Zebra en Niemand nabouwen. De wedstrijd ging door het bos, het veld en de stad. Geef ze vervolgens dieren om het boek na te spelen.
Speelzaal
- Zet een parcours uit en laat de kinderen dit parcours rennen. Neem een stopwatch en meet de tijden van de kinderen. Rond het af op hele seconden en maak een lijstje. Welk kind was het snelst? Maak eventueel groepen op basis van leeftijd of snelheid. Maak het parcours voor kinderen die hard kunnen rennen iets lastiger.
- Laat alle kinderen een keertje tegen Niemand rennen. Roep daarbij: klaar voor de start? AF!
- Download de puzzel van de zebra en druk deze twee keer af. Knip de puzzels in stukken en doe ze in twee bakjes. Verdeel de klas in twee groepen. De kinderen brengen steeds om de beurt een puzzelstuk naar de overkant. De groep die als eerste de puzzel gemaakt heeft is de winnaar.
De snelste zebra van de wereld (melodie: Vader Jacob)
Arme zebra, arme zebra,
rent zo snel, rent zo snel.
Niemand wil nog rennen.
Niemand wil nog rennen.
Zebra wel, zebra wel.
Arme zebra, arme zebra,
rent alleen, rent alleen.
Hij verliest de wedstrijd.
Hij verliest de wedstrijd.
en hij weent, en hij weent.
Rare zebra, rare zebra
Zie je wel, zie je wel.
Het was maar een grapje.
Het was maar een grapje.
Jij bent snel, jij bent snel!
(met dank aan juf Corine)