Woordreeksen Bingo
Print een bingokaart voor elk kind. Print een set extra voor jezelf. Knip bij deze set de stroken los en vouw ze dubbel. De gevouwen stroken stop je in een bak. Pak een strook en noem de afbeeldingen op. De
kinderen onthouden de reeks en kijken of deze reeks op hun bingokaart staat. Ze strepen de reeks door. Kijk wie als eerst zijn bingokaart vol heeft.
Zoek en vind memory – Beginklank
- Deel de kaarten uit en laat de kinderen op zoek gaan naar iemand die een afbeelding heeft met dezelfde beginklank.
- Speel memory. Als twee kaarten met dezelfde beginklank zijn omgedraaid, is de set voor jou en mag je nog twee kaarten omdraaien.
Positioneren op de getallenlijn
Knip de kaarten uit en leg deze op de juiste volgorde neer. Neem een cijfer in je hoofd en schrijf dit met een whiteboardstift op de kaart, zonder dat het kind dit ziet. Het kind probeert erachter te komen welk cijfer op jouw kaart staat. Plaats een wegwijzer voor en een wegwijzer achter de getallenlijn. Nadat het kind een cijfer heeft genoemd, geef je aan of jouw cijfer hoger of lager is. Is het cijfer in je hoofd lager, plaats dan de rechter wegwijzer op het genoemde getal. Als het cijfer hoger is, plaats dan de linker wegwijzer op het genoemde getal. Zo verklein je het ‘zoekgebied ’.