Lieveheersbeestjespakket
Suggesties met de takken mét lieveheersbeestjes:
- Geef de kinderen een lege kaart erbij en laat ze steeds evenveel lieveheersbeestjes neerleggen.
- Laat een kind vertellen door middel van plaatsbepalende begrippen waar de lieveheersbeestjes neergelegd moeten worden.
- Laat een kind de lieveheersbeestjes op de kaart leggen en een 1-1 relatie maken.
- Geef een kind een whiteboardmarker en laat hem het cijfer erbij schrijven. Je kunt ze ook bolletjes klei geven en het cijfer laten rollen.
Suggesties met de takken mét cijfers:
- Laat de kaarten op volgorde leggen van weinig naar veel.
- Laat de kaarten in de juiste telrij neerleggen.
- Laat ze het gegeven aantal lieveheersbeestjes plaatsen op de kaart. Ze kunnen deze eventueel tekenen met whiteboardmarker.
- Zet een schot tussen twee kinderen en laat één kind vertellen waar de lieveheersbeestjes moeten komen. Deze instructies kunnen zeer uitgebreid: op de linkerhelft van de tak, op de onderste helft van het tweede blad van boven. Controleer naderhand of het klopt.
Suggesties met de lieveheersbeestjes:
Je kunt de kaarten als kleikaarten gebruiken of gebruik een whiteboardmarker of plakcirkels en geef diverse telopdrachten:
- Laat de kinderen steeds het cijfer erbij schrijven.
- Gebruik de kaarten om het splitsen te oefenen.
- Laat ze aanvullen; hoeveel stippen moeten erbij om 6 te maken?
- Laat ze een som eronder schrijven; 6 + 5 = 11.
Suggesties met de scenes:
- Geef meerdere kinderen een plaat en laat ze om de beurt vertellen waar een lieveheersbeestje moet komen.
- Lamineer de plaat en geef met kruisjes weer waar ze lieveheersbeestjes moeten plaatsen. Wanneer je een wit A4-tje gebruikt voor het zetten van de kruisjes, maak je het nog moeilijker.
- Plaats een schot tussen twee kinderen en geef ze allebei een plaat. Eén kind plaatst een van te voren bepaald aantal lieveheersbeestjes. Het andere kind ondervraagt hem: zit er eentje op de stam? Zit er één links op het hek?
.
Woordkaarten
Suggesties:
- Gebruik de woordkaarten van dit thema (zie de downloads pagina van dit thema) en laat de kinderen ze sorteren. Vraag aan de kinderen waarom deze kaarten bij elkaar horen.
- Geef een beschrijving van een woordkaart en laat de kinderen raden.
- Leg de kaarten neer op een rij en vraag de kinderen goed te kijken. Daarna doen ze hun ogen dicht, je pakt een kaart weg en de kinderen moeten zeggen welke kaart weg is.
- Leg de kaarten neer. Noem 3 of 4 woordkaarten en laat de kinderen de kaarten neerleggen in de volgorde zoals jij het genoemd hebt.
- Sorteer de kaarten op dezelfde beginklank.
- Sorteer op eigenschap, bv, vliegen, kruipen, lopen of stekende insecten.
Lieveheersbeestje telkaarten
Introduceer de kaarten in de klas. Je kunt dit bijvoorbeeld doen door 1 plaat uit de stapel de trekken. Dit wordt vervolgens het cijfer van de dag. Elke dag komt er een ander cijfer en wordt de getallenlijn compleet gemaakt.
Zing elke dag het volgende liedje: ( op de wijs van ozewiezewoze)
lieve lieveheersbeest
we gaan tellen, vlug tellen
lieve lieveheerstbeest
de stippen op je rug
of op de wijs van (helikopter)
Lieveheersbeest, lieveheersbeest,
Hoeveel zijn het er vandaag?
Hoeveel stippen op jouw rug
Wie mag ze tellen, super vlug
Lieveheersbeest, lieveheersbeest,
Hoeveel zijn het er vandaag?
Lieveheersbeestje kaarten met vingers, stippen en cijfers
Voorbereiding:
- print de kaarten uit en plastificeer ze.
- print ook de kaartjes met vingers, cijfers en stippen uit en plastificeer deze.
- koop zelfklevend klitteband en plak dit op de platen en op de kaartjes met vinger, stippen en cijfers. Let erop dat je steeds dezelfde kant van het klitteband op de platen plakt.
Speelzaalspel:
Hang de platen op in de speelzaal. Het kan zijn dat je ze op verschillende hoogtes hangt. De kinderen moeten dan oplossen bedenken hoe ze bij de plaat kunnen komen.
Spel 1:
Neem de kaartjes in een bakje mee naar de speelzaal en deel de kaartjes uit. Op jouw teken moeten de kinderen zorgen dat het kaartje bij de juiste plaat komt te hangen. Geef jongere kinderen kaartjes met de stippen of vingers en oudere kleuters de cijfers.
Spel 2:
Deel de kaartjes uit en zorg dat de kleuters eerst elkaar vinden met dezelfde hoeveelheid. Pas dan mogen ze naar de plaat van het lieveheersbeestje om de kleine kaartjes op te hangen.
Spel 3:
De cijferrace.
Verdeel de kaartjes over 2 groepen en doe ze in een bak. De kinderen staan in een rij achter elkaar en moeten om de beurt een kaartje uit de bak halen en bij de juiste plaat gaan ophangen. De groep die het eerste zijn bakje leeg heeft wint.
Spel 4:
Roep een cijfer en alle kinderen moeten daar naartoe rennen, hinkelen, huppelen, springen etc. Je kunt ook de groep verdelen door te zeggen: alleen de jongens, of alleen kinderen met groene kleren aan. Varieer door af en toe ook je vingers op te steken.
Spel 5:
Twee tikkers proberen te verhinderen dat de kinderen de cijfers bij de juiste plaat ophangen.
Spel 6:
Een kind zit in het midden met het gezicht naar de grond. Een ander kant pakt een kaartje uit het bakje en tekent evenveel stippen op de rug van het kind als op het kaartje staat. Het kind zegt vervolgens hoeveel stippen het op zijn rug getekend heeft gekregen. Als het goed is mag dit kind het kaartje bij de juiste plaat op gaan hangen.