Hoeden en petten kringactiviteiten

Woordkaarten:

  • Gebruik de woordkaarten van dit thema en laat de kinderen ze sorteren. Vraag aan de kinderen waarom deze kaarten bij elkaar horen.
  • Geef een beschrijving van een woordkaart en laat de kinderen raden.
  • Leg de kaarten neer op een rij en vraag de kinderen goed te kijken. Daarna doen ze hun ogen dicht, je pakt een kaart weg en de kinderen moeten zeggen welke kaart weg is.
  • Leg de kaarten neer. Noem 3 of 4 woordkaarten en laat de kinderen de kaarten neerleggen in de volgorde zoals jij het genoemd hebt.
  • Sorteer de kaarten op dezelfde beginklank.
  • Sorteer de kaarten op de eindklank, dan wel eindklanken. Sorteer alle kaarten die eindigen op hoed en leg ze in een rij. doe hetzelfde met alle kaarten die eindigen op muts of helm

Winkel:

Begin een hoedenwinkel in de klas. Neem een kassa, briefjes papier en zoveel mogelijk verschillende hoeden en petten. Controleer van tevoren of er geen hoofdluis heerst in je klas.

Speel in de kring een scenario uit. Een kind is een klant en een ander de winkelbediende.

Combispel:

Download het combispel en speel dit in de kring. Bespreek achteraf de functie van een hoed in het geval van sommige beroepen.

De letter van de week.

De letter van de week is de h van hoed. Verzamel zoveel mogelijk plaatjes uit folders die beginnen met de letter h. Natuurlijk kan je ook de m van muts of de p van pet nemen.

Hoedenspel

Speel het hoedenspel in de kring. Neem 2 grote dobbelstenen en zorg dat er voor elk kind een hoed is. Elk kind krijgt een cijfer van 1 t/m 12. Zorg dat de jongste kleuters een laag cijfer krijgen en de oudste een hoger cijfer. Ga nu gooien met de 2 dobbelstenen. Waarschijnlijk heb je wel 24 kinderen of meer in de klas. Als bijvoorbeeld het getal 5 wordt gegooid dan mogen de kinderen die het cijfer 5 hebben een hoed uit de winkel opzetten. Het spel is afgelopen als alle kinderen een hoed ophebben.

Je kan de kinderen ook geld geven en prijzen op de hoeden plakken. Het kind moet dan goed kijken welke hoed hij kan kopen en welke niet.

Kringspel

Leg alle hoeden en petten in de kring op een rij of misschien in 2 of 3 rijen. Noem de naam van een kind en vraag: zet jij uit de eerste rij, de 2e hoed is op. Zet jij uit de derde rij de laatste hoed eens op. Benoem vooral de rang en hoofdtelwoorden en begrippen zoals eerste, laatste, middelste, achterste, voorste.