Herfst platte vlak knutselen

Rekenactiviteiten:

  • Lesje reeksen maken. Maak met de kinderen rondom een matje een reeksenketting van kastanjes, dennenappels, eikels, beukennootjes.
  • Verzamel veel kastanjes, en laat de kinderen een telwerkje doen op de mat met kastanjes. Maak cijfers van 1 t/m 10, en laat de kinderen rijen kastanjes eronder maken. Als ze het al goed kunnen, leg de cijfers dan door elkaar, of laat ze steeds 2 meer of 1 minder neerleggen . Je kunt dit ook in de kring doen.
  • Hoeveel kastanjes vallen er van de boom? Laat de kinderen hun ogen dicht doen en laat dan een aantal kastanjes om de beurt vallen. Hoeveel kastanjes hebben ze horen vallen?
  • We gaan in de kring bladeren sorteren. Je hebt nodig een hele grote stapel bladeren van verschillende soorten bomen. Zorg wel dat deze bladeren gedroogd zijn. Je kunt hiervoor het beste een oud telefoonboek gebruiken. Teken van elk soort blad dat je gevonden heb, een voorbeeld. Dus je kan om het blad heen trekken, of foto’s maken, of de plaatjes van de bladeren zoeken op het internet. Voorwaarde is wel dat je de namen van de bladeren kent. Als je tekeningen af zijn (zorg dat allemaal een beetje de zelfde maat hebben), stop ze dan in een plastic mapje, of plastificeer ze, en niet ze dan vast aan melkdozen. Laat de kinderen de bladeren sorteren op soort.
  • Groepjes maken van 4 met touwtjes zonder de kastanjes aan te raken. Verzin een verhaal over twee of meer eekhoorns die ruzie krijgen over de kastanjes. Hoe kunnen zij de kastanjes eerlijk verdelen? Je kan ook twee verschillende kleuren touwtjes gebruiken om het verschil makkelijker aan te geven. (zie foto)
  • Maak van papier 2 bomen en leg ze op de grond of hang ze op. Hang aan de boom verschillende gekleurde blaadjes. Je kan echte blaadjes of papieren blaadjes gebruiken. Vraag aan de kinderen in welke boom hangen de meeste blaadjes, in welke de minste. Hoe weet je dat? Waar hangen het meeste groene, rode, gele etc. Dan zeg je: het blaadje aan de onderste tak valt eraf. Je laat een kind het blaadje verwijderen. Ga zo door met deze activiteit door kinderen blaadjes te laten weghalen en stel verschillende eisen. Bv: het grootste blad, het blad aan de hoogste tak, het meest groene blaadje etc.

Het herfst telspel:

(Download de kaarten op de herfst downloads pagina)

Je hebt nodig:

  • een groot aantal kastanjes
  • eventueel: cijferkaartjes of stippenkaartjes
  • de kaarten zoals hiernaast zijn afgebeeld. (deze moet je van te voren los knippen en lamineren)

Doel: De kinderen tellen de kaart en maken de hoeveelheid concreet door het zelfde aantal kastanjes neer te leggen. Daarmee laten ze zien dat ze van een abstract plaatje iets concreets kunnen maken.

Als je gebruikt maakt van de cijferkaartjes dan kan je de cijferkennis van de kinderen controleren. Je oefent de begrippen evenveel, meer en minder.

Een stapje verder zijn de kaarten waar wordt gevraagd of de kinderen er 1 meer of 1 minder kunnen neerleggen.

Geef de jongere kinderen de kastanjes en laat ze op de kaart evenveel neerleggen. Begin voor hun met de cijfers 1 t/m 5. Deel cijferkaartjes of stippenkaartjes met de cijfers 0 t/m 11. Laat een kleuter tellen hoeveel kastanjes er nu op 1 kaartje liggen en vraag dan aan de groep wie dat aantal op een cijferkaartje heeft staan.

Geef alle kinderen een “kastanjekaart” en leg steeds een aantal kastanjes op de mat / grond. Vraag welke kinderen het zelfde aantal kastanjes op hun kaart hebben staan.

Je hoeft dit spel niet persé in de kring te spelen. Je kan het ook gebruiken als ontwikkelingsmateriaal. In dit geval sorteer je eerst de kaarten. Bied eerst alle evenveel kaarten aan en als het kind nog tijd heeft en er rijp voor is de +1 kaarten of de -1 kaarten. Om het kind niet te veel te verwarren laat je niet alle +1 of -1 kaarten door de war aan. Maak hierin een keuze.

 

Taalactiviteiten:

  • Kringgesprek n.a.v. het boek de eekhoorn die slim wilde zijn. Het boek gaat over een eekhoorn die fruit inslaat voor de winter en niet wil delen, maar het fruit is bedorven als hij eraan wil beginnen. De kinderen vinden dit een prachtig boek, en je kan alle kanten op met dit onderwerp. Je kan het bijvoorbeeld hebben over:
    • paddenstoelen (dit zijn ook schimmels) laat beschimmeld brood zien, of leg een boterham op een bord in de klas, en kijk hoelang het duurt voordat de boterham beschimmelt.
    • winterslaap
    • delen
    • eekhoorntjes.
  • Neem de woordkaarten van het thema herfst en bespreek ze met de kinderen. Pak een aantal kastanjes en leg ze in een rijtje onder elkaar van 1 tot en met 5. Klap de woordkaarten in lettergrepen en laat een kind het bij het juiste aantal kastanjes neerleggen. Er is ook een werkblad woordstukjes, zo kan je controleren of de kinderen het beheersen en hebben begrepen.
  • Neem de woordkaarten en houd het plaatje voor de kinderen onzichtbaar. Beschrijf wat je ziet en laat de kinderen raden wat het is. Je kunt de kinderen het plaatje ook één voor één laten omschrijven.

 

Wereldoriëntatie:

Lesje lichter – donker:

Je hebt nodig:

  • Werkblad bruin, rood & groen (zie downloadspagina)
  • strook papier
  • lijm
  • schaar
  • bakje van ijs of chinees
  • kleurenprinter!!

Kring:

Houd een kort gesprekje over waarom de blaadjes in de herfst van de bomen vallen. Vertel de kinderen een kort verhaaltje over een boom die eens hard ging schudden en er vielen allemaal blaadjes naar beneden. Laat de blaadjes vallen op een matje, of een vel karton. Praat even met de kinderen over de bladeren. Zijn ze allemaal hetzelfde, qua vorm, grootte, kleur?

Laat de kinderen de blaadjes van licht naar donker leggen. (Begin altijd links voor de kinderen, schrijfrichting). Als je nog een setje uitprint kun je het van donker naar licht laten leggen.

Je kunt eventueel verder gaan met de kleurspoelen van Montessori, maar ook met het kleurnuancespel.

Verwerking:

Laat de kinderen het werkblad maken. De kinderen moeten eerst alle plaatjes uitknippen. Geef ieder kind een bakje om de plaatjes te bewaren. Zo kunnen ze niet worden verward of kwijt raken. Daarna laat je de kinderen de plaatjes op een strook van licht naar donker neerleggen. (links laten beginnen)

Speelzaal regenplassen:

Inleiding

Leg hoepels in de zaal, dit zijn de regenplassen. Pak de trom en sla er ritmes op. Vertel de kinderen dat ze niet in de plassen mogen komen want we hebben geen regenkleren aan. Sla op de trom een aantal ritmes:

  • langzaam
  • snel
  • huppelen
  • hard (stampen)
  • zacht (op je tenen).

Leg de trom weg, vertel een verhaaltje.

Kern

Tja, we mogen van mama niet in de plassen stampen, maar het is zo leuk, weet je wat we doen ons regenkleren aan. Zing het volgende en maak ook de bewegingen erbij:

Pak je laarzen, pak je jas
mama breit een wollen das,
Loop maar in de regen
Loop maar in de wind
Stamp in de plassen, mijn lieve kind

Zo nu kunnen we wel in de plassen stampen!

Pak de trom weer, of zet een muziekje op, als ik ophoud met de trom of als de muziek stopt, dan gaan we allemaal in een plas stampen. Herhaal, herhaal, herhaal!

Het bladerenspel:

Download het bladerenspel en knip alle vakken uit.

  • Sorteer alle bladeren op dezelfde vorm
  • Sorteer de bladeren op dezelfde kleur
  • Leg de witte bladeren in een rij van boven naar beneden en de kleuren in een rij van links naar rechts. Maak een matrix van de herfstbladeren.
  • Neem de kaarten waarop de bladeren in het wit staan afgedrukt en zoek buiten naar bladeren. Vergelijk met de kinderen de bladeren en kijk of je overeenkomsten ziet.
  • Leg bladerreeksen neer.
  • Druk het spel 2 keer af. Knip de kaarten 1 x los en plastificeer deze. Laat de andere set kaarten in tact en plastificeer deze kaarten eveneens. Laat de kinderen de kaarten naleggen of de kaarten erop leggen, zoals een lottospel.
  • Druk de kaarten 2 keer af en speel een memoryspel.
  • Speel diverse telspelletjes met de bladeren.
  • Maak een bladerenboekje, op elke bladzijde stempelen de kinderen de naam van het blad en tekenen ze het blad na. Als ze een echt blad hebben gevonden kunnen ze deze er ook bij plakken.
  • Leg een reeks neer en maak een fout. Kunnen de kinderen de fout ontdekken?