Boerderij kringactiviteiten

boerderijvb02 boerderijvb03 boerderijvb04

spel: wat hoort er niet bij.

Lessuggesties met de boerderij sjabloon

Je hebt bijvoorbeeld nodig:

  • sjabloon van de boerderij
  • boerderijdieren van elke soort meerdere dieren.
  • plaatjes van boerderijdieren
  • post-its
  • dikke stift
  • letterkaarten
  • cijferkaarten

Voorbereiding:

  • Print tenminste 10 schuren uit en knip de deuren en ramen van deze schuren open.
  • Zoek plaatjes van boerderijdieren en knip deze uit.

Aan het werk:

Geïnspireerd door een suggestie op Pinterest heb ik het sjabloon laten maken en heb er zelf andere ideeën bij bedacht. Op Pinterest werden er rekenactiviteiten mee uitgevoerd. Ik geef je andere suggesties:

  • Knip dierenplaatjes uit en plak deze met kleefgom achter de deuren. Hang de platen in een lange rij of 2 rijen op. Speel memoryspelletjes met de kinderen. Open alle deuren een keer en laat de kinderen de kinderen het dier benoemen en onthouden. Vraag daarna de kinderen om de juiste volgorde op te noemen.
  • Welk dier zit er achter de laatste deur? En welk dier achter de middelste?
  • Laat de kinderen de ogen sluiten verwissel 2 dieren van plaats. Kunnen de kinderen aangeven welke dieren een andere stal hebben gekregen?
  • Vervang een plaatje van een boerderijdier voor een dier die niet op de boerderij thuis hoort. Welk dier is vervangen en waarom hoort dit dier niet thuis in dit rijtje?
  • Haal alle dieren weg en geef de kinderen opdrachten met betrekking tot rangtelwoorden. Eelco Ezel woont in de stal op de eerste rij, het derde raampje.
  • Neem de post-its en schrijf daar letters op. Plak deze briefjes boven de stal. Laat de kinderen de plaatjes van de dieren plaatsen in de stal met dezelfde beginletter erboven.
  • Neem zwart-wit plaatjes van dieren en geef deze steeds een andere kleur. Oefen de eerder genoemde memoryspelletjes met de kleuren.

Kringactiviteiten

Woordkaarten:

  • Gebruik de woordkaarten van dit thema en laat de kinderen ze sorteren. Vraag aan de kinderen waarom deze kaarten bij elkaar horen.
  • Geef een beschrijving van een woordkaart en laat de kinderen raden.
  • Leg de kaarten neer op een rij en vraag de kinderen goed te kijken. Daarna doen ze hun ogen dicht, je pakt een kaart weg en de kinderen moeten zeggen welke kaart weg is.
  • Leg de kaarten neer. Noem 3 of 4 woordkaarten en laat de kinderen de kaarten neerleggen in de volgorde zoals jij het genoemd hebt.
  • Sorteer de kaarten op dezelfde beginklank.

Raadsels:

  1. Ik ben wollig en ik kan wit, bruin of zwart zijn. (schaap)
  2. Ik ben dol op gras en mijn kindje heet een kalf. (koe)
  3. Ik rol graag in de modder en ik ben ook moddervet. (varken)
  4. Ik leg elke dag een ei, ik heb veren en 2 poten. (kip)
  5. Ik werk op de boerderij, ik geef de dieren te eten en rijd op mijn tractor. (boer)
  6. Ik heb benen, manen en een hele lange staart. Als ik ren heet dat galopperen. (paard)
  7. In de ochtend maak ik iedereen wakker met mijn roep. (haan)
  8. Mijn moeder broedt 21 dagen en dan kruip ik eruit. (kuiken)

Rekenactiviteit:

Je hebt nodig:

  • boerderijdieren van elke soort meerdere dieren.
  • blokken of kapla
  • post-its
  • dikke stift

Aan het werk:

  • Verzamel de dieren en sorteer ze met de kinderen. Bekijk dan waar je het meeste van hebt en waar het minste.
  • Laat de kinderen een briefje met een cijfer erop maken en dit cijfer neerleggen bij het dierensoort.
  • Maak van blokjes of kapla hokken en varieer in de grootte van de hokken. Bekijk met de kinderen in welk hok de meeste dieren zullen passen en in welk hok de minste.

Luisteractiviteit

De kinderen gaan zeggen hoeveel keer ze een dierengeluid horen. de leerkracht zegt bijvoorbeeld, de kip zegt tok, tok, tok, tok. Je vraagt aan het kind hoeveel keer zei ik tok? Je kan dit herhalen met:

  • de koe zegt:     boe, boe
  • de eend zegt:  kwak, kwak, kwak, kwak, kwak, kwak
  • het paard zegt: hi, hi, hi, hi, hi
  • het varken zegt: knor, knor, knor
  • de poes zegt: miauw
  • De hond zegt: woef, woef, woef, woef
  • de geit zegt: mè, mè, mè, mè, mè,
  • het schaap zegt: bè, bè, bè, bè, bè, bè.