Woordkaarten ideeën

Stempelen

Gebruik de woordkaarten om de leerlingen woorden te laten nastempelen. Maak een stempelboekje. Let op dat de kinderen links beginnen met stempelen. Zorg dat er voldoende ruimte is om het woord te stempelen. Boven het gestempelde woord tekenen de kinderen hun interpretatie van het woord. Geef jongere leerlingen de opdracht korte woorden te stempelen, en de oudere leerlingen stempelen de langere woorden.

Begrijpend luisteren

Pak de woordkaarten erbij en geef een omschrijving van de afbeelding. De kinderen proberen door middel van de omschrijving het juiste antwoord te geven op de vraag: wat staat er op de kaart.

Drama

Gebruik de woordkaarten om de afbeeldingen uit te beelden of laat de kinderen het uitbeelden. Vooral de woordkaarten van dieren zijn hier uitermate geschikt voor. Je bekijkt of de kinderen een goede voorstelling hebben van het dier en of ze zich zodanig kunnen uitdrukken dat het begrijpelijk is voor de andere kinderen.

Associaties maken

Je kunt dit op verschillende manieren aanpakken:

  • Speel het spelletje: rara raden maar waarom liggen ze bij elkaar. Werkt u met het thema dieren? Leg dan bijvoorbeeld de vlinder en de vogel bij elkaar. De kinderen proberen te raden waarom u deze kaarten bij elkaar heeft gelegd en kunnen dit ook beredeneren. Het antwoord in dit geval is: ze kunnen allebei vliegen. Denk ook verder in termen van kleuren, grootte, soort, etc. Nog een voorbeeld: leg van het thema herfst bruin, rood, oranje, geel en groen in een rij naast elkaar. De kinderen zullen er achter komen dat dit allemaal kleuren zijn. U kunt ook de pompoen en de appels bij elkaar leggen. Dit is natuurlijk allebei om te eten.
  • Draai nu de rollen om. De kinderen kiezen twee of meer kaarten en de klas probeert er achter te komen waarom het kind deze kaarten bij elkaar heeft gelegd.
  • Je kunt ook een rijtje maken van een aantal kaarten waarvan er één kaart een vreemde eend in de bijt is. De kinderen vertellen je welke kaart er niet bij hoort en waarom niet.

Rijmen

Probeer de kinderen rijmwoorden de laten verzinnen. Het is ook zinvol om de kinderen te laten ontdekken dat er niet met alle woorden te rijmen valt. Oogsten is zo’n woord waar je niets mee kan rijmen. Sommige thema woordkaarten ontlenen zich makkelijker aan deze activiteit dan andere. Het is aan te raden van te voren te bekijken of jouw thema geschikt is voor deze activiteit.

Woordkaarten als ontwikkelingsmateriaal

  • print de kaarten 2 keer uit, plastificeer ze en maak er een memoryspel van.
  • print de kaarten 2 keer uit, knip van één set de woordjes los van de kaarten en plastificeer de beide sets. Jongere kinderen kunnen dit werkje gebruiken door paren te maken. Oudere kinderen zoeken ook de juiste woordjes bij de plaatjes.
  • Voor kinderen die al kunnen lezen laat de set met de woorden eraan vast achterwege. Zij zoeken het woord bij de plaatjes door de woorden te lezen.
  • Zorg voor een leeg voorbeeld van de woordkaarten waar alleen de woorden op vermeld staan. De kinderen tekenen het juiste plaatje erbij.

Trainen van het auditief / visueel geheugen

Er zijn verschillende spelletjes mogelijk om het geheugen van de kinderen te trainen:

  • Noem 2 of 3 woordkaarten hardop, laat de kinderen dit klassikaal of individueel herhalen. Bijvoorbeeld: beer, panda, papegaai. De kinderen herhalen deze reeks woorden.
  • Het bovenstaande idee kan worden uitgebreid door de kinderen de genoemde kaarten in de juiste volgorde te laten neerleggen.
  • Leg een reeks van 3 of 4 kaarten neer, en noem er eentje niet. De kinderen vertellen u welk woord er niet genoemd werd.
  • Geef elk kind een woordkaart. De kinderen bestuderen hun kaart en leggen deze daarna omgekeerd onder hun stoel. U noemt de kaarten op en het kind met de genoemde kaart gaat staan bij het horen van zijn kaart. Het wordt lastiger als u de kinderen een aantal keer van kaart of van plaats laat wisselen.
  • Leg drie of meer kaarten voor u neer. De kinderen bestuderen deze kaarten aandachtig. Vraag de kinderen hun ogen te sluiten. U haalt een kaart weg uit het rijtje waarnaar de kinderen proberen te raden welke kaart ontbreekt.
  • Houd uw hand op de helft van het plaatje en vraag de kinderen of ze weten wat het is.
  • Leg de kaarten in een volgorde (je hoeft ze niet allemaal te gebruiken). Je vertelt een verhaal en steeds probeer je de woorden van de plaatjes te verwerken in je verhaal. Elke keer als de kinderen het woord horen, gaan ze staan. Je kan ook een woord vergeten en de kinderen moeten dan zeggen welk woord er niet genoemd is.

Auditieve analyse en synthese

(analyse = het op gehoor uit elkaar halen van woorden in lettergrepen of letters)
(synthese = de lettergrepen of letters die afzonderlijk worden uitgesproken, samenplakken in de goede volgorde)

Er zijn verschillende spelletjes mogelijk om deze deelvaardigheden te oefenen:

  • Het klappen van de woordenkaarten in lettergrepen. Leg cijfers of een aantal knopen in een rij van 1 t/m 4. Begin met het klappen van de woorden en laat de kinderen het herhalen. Hoeveel keer is er geklapt voor een woord? Het kaartje wordt bij dat cijfer of aantal gelegd. Als u geen gebruik wilt maken van cijfers of aantallen, maak dan simpelweg een rij met korte en een rij met lange woorden. U kunt ook aan de kinderen vragen: ik wil een kaart waarvoor ik twee keer moet klappen.
  • Vraag de kinderen welke klank ze vooraan of achteraan horen. Je kan ook de begrippen eerste of laatste gebruiken. Heeft u bijv een letter van de week? Vraag dan steeds: hoor je bij dit woord de s vooraan? Het moet wel een thema zijn waar de letter dan veelvuldig voorkomt. Bij sommige thema’s is dit goed te doen. De s bij het thema sinterklaas, en de k bij het thema kerst etc.
  • Het hakken van woorden in klanken. Mocht je klas hier nog veel moeite mee hebben dan kan je beginnen met de lettergrepen. Sowieso moet je klankzuivere woorden uitkiezen om te hakken voor de kinderen. Zijn de woorden niet klankzuiver dan kan je ze in lettergrepen hakken. Bijv: vo-gel-nest. De kinderen plakken de klanken weer aan elkaar en zeggen het woord.
  • Ik zoek een kaart die begint met de b. Ik zoek een kaart waar je als laatste de s hoort.