Rijmkaarten klein
(6 per pagina)
Deze set bestaat uit 48 kaarten waarvan er steeds 3 met elkaar rijmen. Totaal 8 pagina’s met de rijmwoorden:
maan – banaan- haan
kok – klok – sok
glas – gras – jas
muur – stuur – vuur
noot – boot – rood
citroen – schoen – groen
broek – boek – doek
blad – kat -rat
aap – schaap – slaap
stier – mier – vier
kip – schip – wip
pot – slot – bot
speen – been – teen
krant – hand – band
huis – muis – kruis
zes – mes – fles
Zoek 2 die rijmen
(In elke rij zijn 2 plaatjes die rijmen. De kinderen leggen een fiche op de plaatjes die rijmen.)
Werkblad rijmen
(De kinderen knippen alle plaatjes uit en zoeken de drie plaatjes die met elkaar rijmen. Deze worden naast elkaar op een A4-tje geplakt.)
Welke rijmt niet spel
(In elke rij staan vijf plaatjes waarvan één plaatje niet rijmt op de andere plaatjes in die rij. De kinderen leggen een fiche op het plaatje dat niet rijmt.)
Welke rijmt niet (werkblad)
(In elke rij staan vijf plaatjes waarvan één plaatje niet rijmt op de andere plaatjes in die rij. De kinderen kleuren het plaatje dat niet rijmt.)
Dierenverhaal
Op elke bladzijde is een links een beginsituatie en rechts een ‘resultaat’. Probeer met je kinderen een verhaal te verzinnen, het liefst op rijm natuurlijk. Voorbeeld bij pagina’s 8 en 9: “Clowntje Piet heeft 5 ballonnen maar wat een pech, hij laat er 2 los en die zijn weg”.
De pagina’s zijn zo gemaakt om een boekje te maken. Je moet het dus dubbelzijdig afdrukken (pagina 2 op de achterkant van pagina 1 enzovoorts).
Berenverhaal
Probeer met je kinderen een doorlopend verhaal te maken, het liefst op rijm natuurlijk. De pagina’s zijn zo gemaakt om een boekje te maken. Je moet het dus dubbelzijdig afdrukken (pagina 2 op de achterkant van pagina 1 enzovoorts).
Rijmen op kleur
Twee werkbladen die afzonderlijk van elkaar gebruikt kunnen worden.
De kinderen knippen de kolom met kleuren uit en knippen de plaatjes los. Daarna plakken ze de juiste rijmwoorden achter de kleur.
grijs – ijs
geel – kameel
zwart – hart
bruin – tuin
paars – laars
groen – schoen
blauw – pauw
rood – brood