Schatkist anker de wereld rond

Kennismaking en Ankerverhaal

Schatkist anker de wereld rond sterwoorden

De kaartjes zijn het formaat 10 x 15 en ze passen in de lettermuur van de methode schatkist van Zwijsen. Schatkist gaat uit van drie niveaus woorden. Deze kaarten zijn van het sterniveau.

Deze woorden verwijzen naar de basiswoordenschat. Het zijn de kernwoorden die nodig zijn voor het begrijpen van de hoofdlijnen van het ankerverhaal en daaraan gerelateerde activiteiten. Voor allochtone en taalzwakke autochtone kinderen kunt u hieraan extra aandacht schenken door middel van preteaching. Als eerste activiteit in de fase ‘ankerverhaal’ is altijd een steractiviteit opgenomen, waarin deze woorden centraal staan.Het gaat om de woorden: zwaaien, verhuizen, het bad, tellen, het laatje, schilderen, het kleed, het kussen, de hamer, het hout, de sloot, de eend, de bril, de schouders ophalen.

Schatkist anker de wereld rond maanwoorden

De kaartjes zijn het formaat 10 x 15 en ze passen in de lettermuur van de methode schatkist van Zwijsen. Schatkist gaat uit van drie niveaus woorden. Deze kaarten zijn van het maanniveau. Deze woorden vormen de basis voor een goede verwerking van het ankerverhaal of daaraan gerelateerde activiteiten. Voor de kinderen uit de maangroep gelden deze woorden als centrale doelstelling voor wat betreft woordenschatontwikkeling. In het het ankerverhaal zijn deze woorden in kleur afgedrukt. Dit maakt het makkelijker om tijdens het interactief voorlezen aandacht aan deze woorden te besteden. Het gaat om de woorden:

zagen, de lijm, de vensterbank, de wandeling, sjouwen, timmeren, de meubels, de schommel, het bureau, in zijn eentje, het uitzicht, de vork, de pad, de egel, de roeiboot, de otter.

Schatkist anker de wereld rond zonwoorden

De kaartjes zijn het formaat 10 x 15 en ze passen in de lettermuur van de methode schatkist van Zwijsen. Schatkist gaat uit van drie niveaus woorden. Deze kaarten zijn van het zonniveau. Hierbij gaat het om minder frequente en minder voorstelbare woorden die kinderen krijgen aangereikt met het oog op een optimaal begrip van het ankerverhaal of van daaraan gerelateerde activiteiten. Voor wat meer taalvaardige kinderen gelden deze woorden als een uitdaging voor verdere verdieping van het ankerverhaal. Het gaat om de woorden:

de balk, aanleggen, de roeispaan, de steiger, de zaag, inladen, de wastafel, de woonboot, het stapelbed, de tang, de plattegrond, het puntdak, het gereedschap, het meetlint.

Ankerpunten

Ankerpunt passen en meten:

Woorden in de werkplaats

In het ankerpunt passen en meten staan op blz 61 kaartjes die getekend zijn. Hier kan je een fotoversie van hetzelfde document downloaden. De kaarten zijn wel groter dan de originele maar passen tegelijkertijd ook in de lettermuur.Het gaat om de woorden: de lijm, de zaag, de nijptang, het meetlint, de spijker, de doos, de hamer en het hout.

Ankerpunt ik wil eens wat anders:

De kast anders inruimen blz 45

Op blz 45 bij het ankerpunt “ik wil eens wat anders” wordt er gevraagd of je een kast op een flap tekent. Vergroot deze kast op A3 formaat. De kast heeft 2 planken en 3 vakken.

Ankerpunt ik wil eens wat anders:

De kast anders inruimen blz 45

Op blz 45 bij het ankerpunt “ik wil eens wat anders” wordt er gevraagd of je een kast op een flap tekent. Vergroot deze kast op A3 formaat. De kast heeft 4 planken en 5 vakken.