Rijmactiviteiten

Rijmen: ‘Het produceren van woorden met klankovereenkomsten.’ (bron: SLO). Een ontzettend belangrijke vaardigheid voor aanvang van het leren lezen. Het geeft aan dat kinderen klankgevoelig zijn, een eerste stap in de ontwikkeling van de klankontwikkeling. Wanneer kinderen aan het eind van groep 1 nog geen rijm kunnen produceren of herkennen is het belangrijk hiermee aan de slag te gaan. Hier diverse suggesties voor het spelenderwijs oefenen met rijmen.rijmdomino01

Rijmdomino

Dit heb je nodig:

  • schaar
  • rijmdomino
  • plastificeervellen
  • plastificeerapparaat

Inhoud rijmdomino:

De rijmdomino bestaat uit 12 bladzijdes met elk 3 dominokaarten erop. Je begint met de groene kaart en eindigt met de rode kaart.

De plaatjes op de domino zijn:

mand – ballon – zon -pijl – bijl – haar – schaar – blok – sok – leeuw – meeuw – kast – kwast – doos – boos – brood – potlood – zwaard – paard – ei – bij – pan – man – peer – beer – fles – zes – kip – wip – spook – rook – vleermuis – huis – bus – kus – kaas – vaas – mond – hond – vuur – muur – bed – raket – kat – bad – fee – zee – haan – zwaan – trui – ui – aap – schaap – blauw – pauw – peen – been – noot – boot – tak – zak – oor – boor – konijn – trein – schoen – citroen – tang – slang – ringen – zingen – hand.

Tip: vind je de rijmdomino te uitgebreid of te groot voor jouw groep? Je kunt deze simpel aanpassen. Kies het aantal kaartjes en knip het laatste rijmwoord op de linkerhelft van de rode kaart naast de hand. Zo kun je de domino makkelijk inkorten.

Kringsuggesties met de rijmdomino

  • Leg de groene startkaart op tafel of op de grond en deel de overige kaarten uit in de kring. Benoem het plaatje waar op gerijmd moet worden en laat de kinderen naar hun eigen kaart kijken. Welke kind moet er nu aanleggen? Als er nog kaarten over zijn mag het kind daarna een nieuwe dominokaart pakken.
  • Als de domino helemaal af is vraag je de kinderen de ogen te sluiten. Haal 3 of 4 kaarten uit de rij en leg deze kaarten naast de bijna voltooide domino. Vraag de kinderen welke kaart er op de open plek moet komen.
  • Als de domino helemaal af is vraag je de kinderen om de ogen te sluiten. Wissel twee kaarten van plek. Vraag de kinderen de fout te ontdekken.
  • Als de domino helemaal af is vraag je de kinderen om de ogen te sluiten. Draai 2 kaarten om zodat de achterkant van de kaarten te zien zijn. Welke kaart lag daar ook alweer?
  • Begin niet in bij de groene kaart maar juist bij de rode kaart.
  • Begin in het midden bij de kaart van kus – kaas of vaas – mond. Geef de kinderen nu de kans om de domino aan 2 kanten af te maken.
  • De stille domino: deel de kaarten uit aan de kinderen en laat ze zonder te praten de kaarten neerleggen. Je kunt dit doen als je het spel al een aantal keer gespeeld hebben. het is dan passief, en zonder mondelinge ondersteuning. Kunnen ze het zelfstandig?
  • Verdeel de kinderen in groepjes en verdeel de kaarten. Maak de domino.
  • Neem een rijmdominokaart en hang deze op een vel papier. Schrijf of teken er samen met de kinderen zoveel mogelijk woorden op die op deze twee woorden rijmen. Voor welk woord kunnen de kinderen meer woorden verzinnen?
  • Levend domino in de speelzaal:  maak gaatjes in de kaarten en knoop een touwtje door de gaatjes. Hang het kaartje bij een leerling om. De kinderen gaan op zoek naar het kind dat een kaart om heeft dat rijmt met zijn eigen kaart. De kinderen pakken elkaars hand vast en gaan vervolgens op zoek naar het volgende kind. Je kunt dit spel ook in de kring spelen. De kinderen ruilen dan steeds van plaats.
  • Je kunt de rijmdomino ook losknippen. Maak er dan een rijmmemory van.
  • Print een leeg vel dominostenen uit. Teken samen met de kinderen 2 plaatjes die rijmen op bijvoorbeeld schoen – citroen en leg deze tussen de domino. Als de kinderen nog meer rijmwoorden kunnen verzinnen dan mag dat natuurlijk ook.
  • Print een leeg vel dominostenen uit en verander de domino. Begin met de startkaart en laat de kinderen een ander rijmwoord op ballon  of mand verzinnen. Maak zo met de kinderen een alternatief rijmdomino.
  • Print een leeg vel dominostenen uit en leg deze in de schrijfhoek neer. Laat de kinderen zelf plaatjes knippen of tekenen en zo hun eigen mini rijmdomino maken.
  • Print een leeg vel dominostenen uit en leg deze in de schrijfhoek neer. Laat de kinderen zelf plaatjes knippen of tekenen en zo hun eigen mini rijmdomino maken. De kinderen gaan steeds verder waar het andere kind is gebleven. Zo ontstaat er een groepsproject.
  • De reuzedomino: Neem een groot vel Engels karton en vouw deze dubbel. Knutsel of teken met de klas 2 plaatjes en hang deze zichtbaar op in de school. Vraag overige klassen de domino voort te zetten. Zodra alle klassen die gedaan hebben kun je terug gaan met de kinderen en de domino bekijken. Daarna kiezen de kinderen nogmaals 2 rijmwoorden en vervolgen zo de rijmdomino.
  • Maak een rijmdomino van echte spullen. Zet 2 spullen naast elkaar en vraag de kinderen spullen in de klas te zoeken die rijmen met de gegeven voorwerpen.

rijmkaartenmini

Rijmtrio

Dit heb je nodig:

  • minirijmkaarten
  • schaar
  • plastificeervellen
  • plastificeerapparaat
  • kaartenstandaarden

Voorbereiding:

  • Knip de kaarten los.
  • Geef ze eventueel een gekleurde achtergrond om doorzichtigheid te voorkomen.
  • Plastificeer de kaarten.

Suggesties met de minirijmkaarten:

  • Schud de kaarten en deel ze uit. Elk kind krijgt er 4. De kinderen ondervragen elkaar: heb jij iets dat rijmt op hand? Het kind kijkt in zijn kaarten en controleert ze op een rijmwoord. Als hij met nee antwoord mag het vragende kind een kaart van de stapel pakken.
  • Leg 1 kaart van elke rijmreeks alvast op tafel. Twee kinderen zitten aan de tafel en proberen elk bij een rijmreeks een rijmwoord te vinden.
  • Speel memory met waarbij de kinderen 3 kaarten moeten onthouden. Je zou waarschijnlijk de hoeveelheid het beste kunnen halveren.
  • Maak een rijmboek met de kinderen. Ze tekenen en stempelen de reeks van 3 kaarten na en proberen daarna nog meer rijmwoorden met deze eindklank te verzinnen.

welkerijmtnietspel

Welk woord rijmt niet?

Dit heb je nodig:

  • rijmkaarten met de blauwe rand
  • schaar
  • plastificeervellen
  • plastificeerapparaat

Suggesties met de kaarten:

  • Laat de kinderen fiches leggen op het plaatje dat niet in de eindrijm reeks past.
  • Speel het spel met 2 kinderen. Laat een kind alle plaatjes opnoemen. Een ander kind geeft aan welk woord niet rijmt.

zoek2dierijmen

Welke twee plaatjes rijmen?

Dit heb je nodig:

  • rijmkaarten met de blauwe rand
  • schaar
  • plastificeervellen
  • plastificeerapparaat

Suggesties met de kaarten:

  • Laat de kinderen fiches leggen op de twee plaatjes die rijmen.
  • Speel het spel met 2 kinderen. Laat een kind alle plaatjes opnoemen. Een ander kind geeft aan welke twee plaatjes rijmen.

rijmkoffer

De rijmkoffers

Dit heb je nodig:

  • twee of drie koffertje
  • verschillende voorwerpen om mee te rijmen.

Suggesties:

  • Stop verschillende voorwerpen in de koffer. Een kind haalt een voorwerp eruit en benoemt het. Vervolgens probeert het kind of de groep om er zoveel mogelijk rijmwoorden mee te verzinnen. Onzinwoorden zijn toegestaan.
  • De kinderen lopen rond in de klas en kiezen iets uit om in de koffer te doen. Alle voorwerpen worden bekeken en benoemd. Vervolgens voelt een kind in de koffer en zegt tegen de kinderen: ik voel iets en het rijmt op sjaal. De kinderen geven dan het antwoord bijvoorbeeld kraal.
  • Stop verschillende voorwerpen in de 2 koffers. Je zorgt dat een voorwerp in de ene koffer rijmt met een voorwerp uit de andere koffer.
  • Twee kinderen hebben allebei een eigen koffer waarvan er voorwerpen uit beide koffers met elkaar rijmen. Ze openen de koffer en stoppen alle rijmvoorwerpen in de derde koffer. Je kunt ook afleiders in de koffer toevoegen.