Welke is anders
Er zijn 2 stroken per pagina, en elke strook bevat een opdracht. Het kind moet het object zoeken welke anders is dan de andere plaatjes. De verschillen zitten in grootte, andere kleur, richting, hoeveelheid, andere soort of type.
Print, knip en lamineer alle losse kaarten.
Dit materiaal is ontwikkeld voor de allerjongsten. Voordat je dit materiaal met ze doet is het ook leuk om een keer met concreet materiaal te werken. Het kind sorteert het materiaal. Bijvoorbeeld: 4 groene potloden maar 1 potlood is kort en de andere zijn lang. 4 blokjes waarvan 1 kubus en de rest rechthoeken. 4 plastic bekers waarvan 1 doorzichtig etc. Zo kan je zelf heel concreet verschillen verzinnen.
Waar zijn er meer van
Klik op het plaatje om alles in 1 keer te downloaden, of download de losse onderdelen hier:
8 pagina’s met 4 ‘vragen’ per pagina
Print, knip en lamineer alle losse kaarten.
Elke ‘vraag’ bestaat uit 2 objecten waarvan de kinderen moeten zeggen van welke er meer staan afgebeeld. De kinderen leggen dan de grote kaart van dat object ernaast.
Om het iets moeilijker te maken kunnen de getallenkaartjes gebruikt worden: De kinderen moeten dan het juiste getal naast die hoeveelheid objecten leggen.
Kleurenspel
8 pagina’s met op elke pagina een voorbeeldkaart van een kleur. Er zijn in totaal 8 kleuren: zwart, wit, grijs, groen, bruin, oranje, rood en geel. Verder staan er op elk vel nog 5 plaatjes in zwart-wit afgebeeld. De kinderen moeten de juiste kleur van het voorwerp aangeven door ze naast de juiste kleur te leggen. LET OP! Soms is hun interpretatie wel juist, luister naar hun redenatie! Een citroen is geel maar misschien zien ze er een limoen in en dan kan dit plaatje ook bij groen gelegd worden.
Van groot naar klein
12 pagina’s met op elke pagina 6 kaartjes waarvan de voorwerpen gesorteerd moeten worden van groot naar klein of natuurlijk van klein naar groot. Je kan er voor kiezen om een aantal kaartjes weg te laten om het spel makkelijker te maken. Neem voor jongere kleuters drie of vier kaartjes. Verschillende spelletjes zijn mogelijk. Sorteer bijvoorbeeld alle grote of juist alle kleine. Gebruik je fantasie!
Vormenspel
6 pagina’s met op elke pagina een voorbeeldkaart van een bepaalde vorm. Deze is aangegeven met een dikke zwarte rand. De gezochte vormen zijn: cirkel, vierkant, cilinder, rechthoek, ovaal en een driehoek. Bij de vormen horen kaartjes die dezelfde vorm hebben als het voorbeeld kaartje. De kinderen leggen eerst de voorbeeldkaartjes onder elkaar en zoeken dan de juiste vorm erbij. Knip alle kaartjes los, plastificeer deze en je hebt een nieuw spel voor de jongsten in je klas. De
Begrippen / tegenstellingen
16 pagina’s met op elke pagina 2 kaarten. Het zijn elkaars tegenpolen. Hang ze op in de klas of knip ze los en maak er een spel van.
De begrippen zijn: groot- klein, licht – donker, dik – dun, snel – langzaam, veel – weinig, heel – kapot, dag – nacht, mooi – lelijk, heet – koud, hard – zacht, open – dicht, lang – kort, in – uit, vol – leeg, vies – schoon, aan – uit.
Zoek de drie
( 5 pagina’s met op elke pagina 12 kaartjes. 3 horen er steeds bij elkaar. Uiteindelijk ben je dus op zoek naar de drie)
De kinderen moeten de drie plaatjes die bij elkaar horen zoeken en naast elkaar neerleggen. Ze zoeken een zwart-wit een kleur en een wit-zwart plaatje.
Welke hoort er niet bij:
(19 pagina’s, 38 opdrachtkaarten)
De kinderen leggen een fiche op het plaatje wat niet in de rij thuis hoort. Let op! Kinderen hebben soms een eigen interpretatie, als ze het zelf goed kunnen uitleggen kan een ander antwoord ook goed zijn.
Telspel met cijfers, voorwerpen, ballen in de 5 structuur, dobbelstenen en streepjes
Deze versie heeft geen streep onder de streepjes. Test het denkvermogen van de kleuters. Komen ze er achter dat ze het kaartje kunnen omdraaien? Het kind legt de cijfers in de juiste volgorde. Daaronder legt het kind de voorwerpen bij het juiste cijfer. Daarna zijn de balletjes in de 5 structuur aan de beurt. Dan moeten de dobbelstenen worden opgeteld en deze worden onder het juiste cijfer gelegd. De streepjes zijn als laatste aan de beurt. De vraag is: het hoeveelste streepje is gekleurd?
Telspel met cijfers, voorwerpen, ballen in de 5 structuur, dobbelstenen en streepjes
Deze kaartjes zijn bij de streepjes onderstreept. Het kind legt de cijfers in de juiste volgorde. Daaronder legt het kind de voorwerpen bij het juiste cijfer. Daarna zijn de balletjes in de 5 structuur aan de beurt. Dan moeten de dobbelstenen worden opgeteld en deze worden onder het juiste cijfer gelegd. De streepjes zijn als laatste aan de beurt. De vraag is: het hoeveelste streepje is gekleurd?
Lege vakjes
Print de vakjes uit en laat de kinderen telmateriaal op de kaartjes leggen. Ze kunnen ook zelf stempelen, tekenen of verven op de kaartjes.
Beginklank kwartet
Een kwartet met de volgende beginklanken:
b: bal, bed, blauw en boom.
f: fee, fiets, fles, flamingo.
h: hamer, hond, huis, hoed.
k: klok, kus, kar, kikker.
m: maan, molen, muis, mand.
s: sinaasappel, slaap, sleutel, slang.
r: ring, robot, rok, raam.
t: trein, tomaat, trommel, tent.
w: wolk, want, walvis, wol.
Het doel van het spel is om alle vier de kaarten van dezelfde beginklank bij de overige spelers te vragen.
Elke speler krijgt 5 kaarten. Er mogen maximaal vier spelers meespelen. Als een speler een nee heeft gekregen dan mag hij een kaart van de stapel pakken. Als een speler een ja heeft gekregen dan mag hij nog een keer een kaart aan een speler vragen. Als een speler een kwartet heeft dan mag hij eveneens nog een keer een kaart vragen. Als een speler een nee heeft gekregen en vervolgens een kaart van de stapel pakt waardoor hij vervolgens een kwartet heeft, dan is toch zijn beurt voorbij. de persoon met de meeste kwartetten heeft het spel gewonnen. Zorg ervoor dat de kinderen de klank op de goede manier uitspreken: “mag ik van jou van de m de maan?”
Beginklank memory groot
Het doel van het spel is om de kaartjes met de letter te koppelen aan dezelfde klank. Enige letterkennis is daarom handig. Laat kaartjes weg als kinderen nog niet alle letters kennen. Je kunt de kaartjes ook gebruiken als werkje op de mat / tafel of in de lettermuur.
a – appel
b – bal
c – citroen
d – dolfijn
e – emmer
f – fiets
j – jurk
k – knoop
l – lepel
m – meeuw
n – net
o – otter
p – pan
q – quilt
r – roos
s – sleutel
t – trein
u – urn
v – vliegtuig
w – wiel
x – xylofoon
z – zon
aa – aardbei
ee – eend
oo – ooievaar
uu – uur
ei – eikel
Beginklank memory klein
Het doel van het spel is om de kaartjes met de letter te koppelen aan dezelfde klank. Enige letterkennis is daarom handig. Laat kaartjes weg als kinderen nog niet alle letters kennen. Je kunt de kaartjes ook gebruiken als werkje op de mat / tafel of in de lettermuur.
a – appel
b – bal
c – citroen
d – dolfijn
e – emmer
f – fiets
j – jurk
k – knoop
l – lepel
m – meeuw
n – net
o – otter
p – pan
q – quilt
r – roos
s – sleutel
t – trein
u – urn
v – vliegtuig
w – wiel
x – xylofoon
z – zon
aa – aardbei
ee – eend
oo – ooievaar
uu – uur
ei – eikel