Montessori cilinderblokken

De cilinderblokken bestaan uit vier massieve houten in een natuurlijke houtkleur, maar ze zijn gevernist en mooi glimmend.


Blok 1: groot – klein

 


Blok 2: dik – dun

 


Blok 3: hoog – laag

 


Blok 4: laag – dik – hoog – dun

Het voldoet aan een wezenlijke behoefte van het jonge kind, het vullen van gaatjes, waarbij grote mogelijkheden tot herhaling.

Het doel van het werken met de cilinderblokken:

  • de “opvoeding van het oog” tot het leren onderscheiden van verschil en afmeting.
  • de opvoeding van de spieren van vingers, hand en arm.
  • de ontwikkeling van de motorische zin, als het materiaal geblinddoekt gebruikt wordt.

Volgens Maria Montessori is het doel innerlijk, want de bedoeling is niet dat het kind de cilinders zonder fouten op zijn plaats zal zetten, maar wel wel dat het kind zich zou oefenen in het waarnemen, waardoor het komt tot vergelijken. Het vormt zich dan een oordeel, redeneert, en besluit.

Een indirect doel:

Het vastpakken van het knopje is een indirecte voorbereiding voor het later tekenen en schrijven.

Introductie van de cilinderblokken in de kring:

We zetten de cilinderblok zo neer dat het grootste blok voor de kinderen aan de linkerkant staat. De juf laat zien aan de kinderen, hoe ze met de toppen van de duim, wijs en middelvinger de cilinder bij het knopje vast pakt en deze op de tafel zet. Als je de cilinderblokken aanbiedt, begin je altijd met de dikste cilinder. Als je alle cilinders eruit gehaald hebt, ga je ze weer terug doen. Je laat duidelijk zien dat je ze gaat passen. Je pakt bijvoorbeeld de derde cilinder, en past ‘m is hij te klein dan probeer je en ander gaatje. Het kind mag gaan helpen zodra het de opdracht begrepen heeft. Je herhaalt dit bij alle cilinderblokken.

Verdere oefeningen variaties of spelletjes:

  • werken met de blinddoek
  • cilinderblok op tafel en cilinders eruit, wijs in de blok een gaatje aan en zeg zoek deze.
  • hetzelfde als bij hiervoor maar nu staat de cilinderblok op een andere tafel als de cilinders.
  • hetzelfde als hiervoor maar dan alle cilinders verspreiden door de klas.
  • je maakt een combinatie van blok 1 en 2, en daarna 1, 2 en 3 en dan 1, 2, 3, en 4.
  • in de vorig genoemde combinatie cilinders eruit en de blokken terug in de kast zodat je en reeks op kan bouwen.
  • uit de reeks een cilinder wegnemen en het kind er tussen laten passen
  • zelfde als hier voor maar dan in plaats van er tussen laten passen, aan laten wijzen. Zonder dat het kind de bewuste cilinder gezien heeft.
  • de laatste twee punten kan je ook geblinddoekt doen.

Begrippen:

  • groot -klein
  • groter – grootste
  • kleiner – kleinste