Lesideeën met de cijfermatten

Cijfermatten:

Deze grote cijfermatten, die je voor een tientje in de winkel kunt kopen (b.v. bij Blokker), brachten mij op zo ontzettend veel ideeën. De cijfers gaan van 0 tot en met 9. Ik heb af en toe gebruik gemaakt van 2 sets om nog meer ideeën te kunnen geven en om ook het cijfer 10 te kunnen maken. Natuurlijk heb ik de kerndoelen in mijn achterhoofd bij het bedenken van de activiteiten. Maar voorop staat leren door middel van speelse activiteiten en beweging.
Je vindt lesideeën voor in de kring, tijdens de werkles, bij het buiten spelen of in de speelzaal allemaal met de puzzelcijfermatten. Ook zijn er diverse downloads beschikbaar die zorgen voor nog meer suggesties en maken het verwerken door middel van knutselen of een activiteitenblad mogelijk.

Downloads bij de lesideeën:cijfermatkaarten01

Cijferkaarten groot

Deze download bevat 11 kaarten op A4-formaat. Links op de kaart staat een groot puzzelstuk afbeeld met daarop een hoeveelheid stippen. Ernaast zie je een puzzelstuk met het corresponderende cijfer. De rij loopt van 0 t/m 10.

Gebruik de cijferkaarten om op te hangen in de klas of om er diverse activiteiten mee te ondernemen. In de onderstaande lessuggesties wordt er diverse keren verwezen naar deze kaarten.

Puzzelkaarten met cijfers en stippen

cijfermatkaart03

Deze download bevat 4 pagina’s met op elke pagina 6 vakken. In elk vak is een puzzelstuk met een hoeveelheid stippen of een cijfer afgebeeld.

In de kring:

cijfermatten04 cijfer00

  • Leg de cijfermatten in de kring. Bespreek de cijfers met de kinderen en leg de matten in de goede volgorde.
  • Geef twee kinderen een mat en laat ze in de klas hetzelfde cijfer zoeken.
  • Haal de cijfers uit de matten en verstop deze in de klas. Laat de kinderen het cijfer zoeken. Je kunt dit ook doen door middel van aanwijzingen. Loop rechts langs de tafels en kijk onder de blauwe kast.
  • Haal de cijfers uit de matten en verstop deze in de klas. Laat de kinderen het cijfer zoeken.
  • Haal de cijfers uit de matten en verstop deze in de klas. Maak een kaart van de klas en schrijf het cijfer op de plek waar je het stuk verstopt hebt. Laat de kinderen het cijfer zoeken aan de hand van de kaart.
  • Haal de cijfers uit de matten en verstop deze in de klas. Maak een kaart van de klas en schrijf het cijfer op de plek waar je het stuk verstopt hebt. Laat een kind een ander kind instructies geven aan de hand van de kaart waar hij het cijfer moet zoeken.
  • Maak een lange mat en maak een fout in de telrij en laat de kinderen de fout herstellen.
  • Maak een lange mat van de cijfers in de juiste telrij en laat er een cijfer uit, de kinderen geven aan welk cijfer mist.
  • Maak een lange mat van de cijfers in de juiste telrij en laat er een cijfer uit, de kinderen geven aan welk cijfer mist door de hoeveelheid te klappen.
  • Maak een lange mat van de cijfers in de juiste telrij en laat de kinderen de ogen sluiten. Laat een kind op de cijfer gaan zitten. De kinderen mogen de ogen openen en zeggen op welk cijfer het kind zit.
  • Maak een lange mat van de cijfers in een willekeurige volgorde en laat de kinderen de ogen sluiten. Laat een kind op de cijfer gaan zitten. De kinderen mogen de ogen openen en zeggen op welk cijfer het kind zit.
  • Geef tien kinderen een mat een laat ze naast elkaar staan. Laat de overige kinderen naar de rij kijken en de kinderen in een goede telrij zetten. Ze geven aan welke kinderen van plek moeten ruilen.
  • Leg of maak het cijfer 10. Laat de kinderen steeds 2 cijfers bij elkaar zoeken die samen 10 zijn.
  • Leg de mat in de telrij en laat een kind bij 10 staan. Bij elke stap die het kind doet tellen de kinderen mee terug.
  • Download de stippenkaartjes. Geef 10 kinderen een stippenkaartje. De andere kinderen kiezen een kind en tellen de stippen. Vervolgens zetten ze dit kind op het juiste cijfer.
  • Een kind telt het aantal stippen op zijn stippenkaartje maar hij mag de hoeveelheid niet noemen. Hij mag alleen aangeven tussen welke getallen zijn stippenkaartje zit. Een ander kind vraagt het kind met het stippenkaartje op het cijfer in de telrij te gaan staan.   Ter controle geeft het kind op de mat zijn kaartje aan de uitvoerder.
  • Puzzel met de matten een cijfer.
  • Doe de kinderen een blinddoek om en laat ze een cijfer voelen.
  • Doe de kinderen een blinddoek om en laat ze de puzzel zonder het cijfer erin voelen.
  • Doe de kinderen een blinddoek om en leg de cijfers in een cirkel om het kind heen. Speel het spel 1,2,3,4,5,6,7 welk cijfer zal ik aan gaan geven, 1,2,3. Bij drie stoppen de kinderen en wijzen naar een cijfer. Kies een kind die de hoeveelheid die het kind aanwijst klapt in de hand van het kind. Het kind met de blinddoek probeert te voelen welk cijfer hij heeft aangewezen.

Dobbelsteen:
Maak van de cijfers 1 t/m 6 een dobbelsteen.

  • Neem een stippendobbelsteen. Rol de cijferdobbelsteen en leg of rol een zelfde aantal stippen ernaast.
  • Haal de cijfers uit de dobbelsteen. Rol met de dobbelsteen. Welk cijfer heb je gegooid? Stop het cijfer terug in de puzzel.
  • Haal de cijfers uit de dobbelsteen. Laat de groep de ogen sluiten. Eén kind rolt met de dobbelsteen. Welk cijfer heb je gegooid? Klap evenveel keer in je handen. De kinderen mogen zeggen welk cijfer er gegooid is en openen daarna weer de ogen. Een kind stopt het cijfer terug in de puzzel.

Suggesties met twee sets cijfermatten:

  • Maak van de 20 cijfers 5 bingokaarten met elk 4 cijfers. Haal alle cijfers uit de puzzels en stop ze in een grote zak of kussensloop. Verdeel de klas in 5 groepen. Haal een cijfer uit de zak en laat het zien. Er zijn twee groepen die het cijfer hebben. Het groepje dat als eerste de hoeveelheid op zijn vingers kan laten zien krijgt het cijfer.

Tijdens de werkles:

Download de cijfer en stippenkaartjes, print ze uit en plastificeer ze.

  • Speel memory met de cijfer en de stippenkaartjes.
  • Maak een dominospel van de kaartjes.

cijfermattenkl01

Speelzaalactiviteiten

  • Laat de kinderen de cijfers in de telrij neerleggen. Laat ze op de mat springen en bij het neerkomen op een cijfer noemen ze het cijfer.
  • Laat ze op de mat springen en geef de kinderen de opdracht om steeds een cijfer over te slaan. Dit cijfer noemen ze dus niet.
  • Leg de matten verspreid over de speelzaal en geef de kinderen opdrachten:
    Hinkel naar cijfer 5
    Ren naar cijfer 7
    Kruip naar cijfer 2
    Loop naar cijfer 9
    Huppel naar cijfer 8 etc
  • Leg de matten verspreid over de speelzaal en geef de kinderen opdrachten. Zeg alleen niet het cijfer maar sla deze hoeveelheid op de trom
    Hinkel naar (sla 5 x op de trom) etc.

Suggesties met twee sets cijfermatten:

  • Verdeel de kinderen over twee groepen en laat ze zo snel mogelijk een lange mat maken in de juiste telrij. De groep waarbij alle kinderen over de mat zijn gehinkeld heeft gewonnen.
  • Verdeel de kinderen over twee groepen en leg beide sets in de juiste telrij. Laat de kinderen in een hoepel staan en pittenzakjes  op het cijfer mikken. Op de 2 komen natuurlijk 2 pittenzakjes, op de 3 komen 3 pittenzakjes etc. De groep die het eerste klaar is, wint. Controleer samen met de kinderen. Heb je niet genoeg pittenzakjes, leg dan een rij van 0 t/m 5 neer.

Dobbelsteen:
Maak van de cijfers 1 t/m 6 een dobbelsteen.

  •  Rol met de dobbelsteen en laat de kinderen een beweging zoveel keer als gegooid uitvoeren.

cijferstoepkrijt01hinkelbaan01

Buiten spelen:

  • Haal de cijfers uit de matten en gebruik het grote stuk. Geef de kinderen een stuk stoepkrijt en laat ze het cijfer tekenen in het lege puzzelstuk.
  • Laat de kinderen de cijfers omtrekken met stoepkrijt.
  • Laat de kinderen een hinkelbaan maken van de matten.
  • Laat de kinderen een som hinkelen. Ze kunnen de som daarna met stoepkrijt opschrijven.
  • Verstop de cijfers op het schoolplein en laat de kinderen de cijfers zoeken.
  • Verstop de cijfers op het schoolplein en laat de kinderen de cijfers in de juiste volgorde zoeken.