Spelles thema huis
Dit heb je nodig:
- matten
Voorbereiding:
- Zet vooraf aan de les blokken in het speellokaal her en der op de grond.
Inleiding:
Leg een aantal matten in het speellokaal, elke mat is een andere ruimte in het huis, bv. zolder, woonkamer, badkamer, slaapkamer en keuken.
De kinderen bewegen vrij in de ruimte, maar roept de leerkracht bv. “Woonkamerâ€, dan gaan alle kinderen naar dit vertrek (mat). Is je groep te groot en passen niet alle kinderen op één mat, dan kan je ook roepen “Jongens badkamer en meisjes woonkamerâ€. Ook kan je i.p.v. matten vlakken tekenen op de vloer. Herhaal dit meerdere malen en eventueel met verschillende bewegingsvormen.
Vinden de kinderen het lastig, dan kan je ook plaatjes van de betreffende ruimtes op de mat leggen.
(Wil je het moeilijker maken, dan zou je de vertrekken ook in het Engels kunnen noemen, ook de bewegingsvormen zou je in het Engels kunnen doen)Â
Kern 1:
Kinderen staan in een kring en bij het zingen van het lied, draait de kring rond. Aan het einde van het eerste couplet wordt door de leerkracht een heer gekozen. De heer mag in de kring gaan zitten en de kring gaat weer draaien en leerlingen zingen het lied. Is het lied weer afgelopen, dan wordt er door de heer een vrouw gekozen etc. etc.
Tot slot zoeken alle kinderen weer een plaatsje in de ronddraaiende kring, alleen het kind blijft in de kring zitten.
In Holland staat een huis
In Holland staat een huis
In Holland staat een huis ja ja
Van je singele singela hop sa sa
In Holland staat een huis
In Holland staat een huis
In dat huis daar woont een heer
In dat huis daar woont een heer
In dat huis daar woont een heer
Van je singele singela hop sa sa
En die heer die kiest een vrouw
En die hier die kiest een vrouw
 (de vrouw die kiest een kind, het kind kiest een meid, de meid kiest een knecht, die knecht die kiest een hond, de hond die kiest een kat en tot slot, staken ze het huis in brand en blijft het kind alleen)
Kern 2:
Moeder, moeder hoe laat is het?
Alle kinderen staan achter de leerkracht en pakken elkaar bij heupen of schouders vast. De leerkracht loopt door het speellokaal en leerlingen volgen haar. De kinderen vragen: “Moeder, moeder hoe laat is het?†Moeder geeft iedere keer een ander antwoord, b.v. 4 uur, 5 uur, 6 uur, etenstijd etc. Ondertussen gewoon door blijven lopen in een rustig tempo, maar zegt de moeder BEDTIJD, dan mogen de kinderen snel weglopen en op de bank gaan zitten, ondertussen gaat moeder de kinderen tikken, wie getikt is, moet dus naar bed en moeten op een afgesproken plaats, langs de muur op de grond gaan zitten of op een bank aan een andere zijde waar de overige kinderen zitten.
De kinderen die niet getikt waren, maken weer een rij achter moeder en het spel herhaalt zich.
Als het spel bekend is bij de leerlingen, dan kan ook een leerling de vader/moeder zijn.
Afsluiting:
In de kelder is het donker.
De kinderen staan in een kring en hebben elkaar vast bij de handen. In het midden zit een leerling op de grond met de ogen dicht (of blinddoek voor).
De kinderen zingen het lied:
In de kelder is het donker,
waarom zou het donker zijn,
in de heldere maneschijn?
Annemaria, koekoek
Als het lied is afgelopen, mag de leerling die precies achter de leerling in het midden staat, naar die leerling toe lopen en zegt: “ Koekoek, wie ben ik?†Als deze leerling het goed geraden heeft, dan mag hij/zij terug in de kring en wordt er een nieuwe leerling gekozen om in de kring te zitten.
Herhaal dit spel een aantal keer.