Spelles de reus en de kabouter

giant01

Spelles: De reus en de kabouter

Dit heb je nodig:

  • mat (huis van de reus)
  • hoed voor de reus

Inleiding:

Laat de kinderen lopen als reuzen of als kabouters. Dus hele grote reuzenstappen en kleine kabouterstapjes op de tenen. Hierbij kan je ook aandacht besteden aan de gevoelens van bv. de reus of de kabouter. Hoe loopt een reus die boos is, hoe loopt een reus als hij bang is of als die blij is? Doe dit ook met de gevoelens van een kabouter.

Eindig de inleiding met  het maken van een kring en zing ondertussen: “We maken een kringetje, van reuzen en kabouters, we maken een kringetje van tralala. Maak nu een buiging, maak nu een buiging. Bij de hand, bij de hand, pak een kabouter bij de hand. Bij de hand, bij de hand, pak die reus maar bij de hand”.dwerg 30x30

Kern 1:

De reus en de kabouter

De kinderen staan inmiddels in een kring. Laat de handen los en laat ze een stapje naar achteren doen en op de grond gaan zitten. De kring is een hele grote paddenstoel, spreek met de kinderen af waar de deur van de paddenstoel is. Zet hier eventueel twee pylonen neer. Leg aan de andere zijde in de hoek van het speellokaal een mat.

Eén van de kinderen wordt gekozen als reus en één is kabouter. De reus gaat naar de mat en de kabouter is in de paddenstoel héél druk aan het werk, bv, dweilen, stofzuigen of vegen. De reus komt met grote stappen naar de deur van de paddenstoel gelopen en klopt aan: “Klop, klop”.

Zegt de kabouter: “Wie is daar?”

Reus: “De reus”.

Kabouter: “Wat kom je doen?”

Reus: “Spelen”.

Kabouter: “Kan niet, ik heb het veel te druk”.

En boos loopt de reus terug naar zijn huis en bromt: ”Dan ga ik wel slapen”. De reus gaat liggen op de mat en snurkt………

Ondertussen is de kabouter klaar met het werk in de paddenstoel en wil eigenlijk wel met de reus spelen. Hij hoort dat de reus snurkt en daarom gaat de kabouter heel zachtjes naar de reus en tikt op zijn rug. Maar…………de reus houdt er niet van om in zijn slaap gestoord te worden en de kabouter rent gauw weg en de reus probeert de kabouter te tikken. Als de kabouter in de paddenstoel is, mag hij/zij niet meer getikt worden. Herhaal dit spel een aantal keer met steeds een nieuwe reus en een kabouter.

Kern 2:

De reus en de kabouters

De mat blijft liggen en er wordt ook weer een reus gekozen. De reus ligt op de zijn/haar buik op de mat, met gezicht naar de muur.

Alle andere kinderen (kabouters) staan achter de streep aan de andere kant van het speellokaal. Als de leerkracht het aangeeft, lopen alle kinderen op hun tenen tot aan de mat, waar de reus op ligt. Leerkracht wijst één leerling aan, deze mag de reus wakker tikken. Als de reus omhoog komt, lopen alle kinderen weer snel terug naar hun plaats, achter de streep. Ondertussen mag de reus de kabouters tikken. Wie getikt is gaat op de bank zitten. Laat de reus 2 of drie keer tikker zijn en kies dan een nieuwe reus.

De reus zou ook een hoed op kunnen hebben en één kabouter wordt aangewezen om de hoed af te pakken. Op dat moment mag de reus gaan tikken en wordt het spel op dezelfde wijze gespeeld als bij het wakker tikken van de reus.

Afsluiting:

Daar zat een klein kaboutertje.

De kinderen gaan weer in een kring staan. Eén leerling wordt gekozen als kabouter en zit in het midden van de kring op de grond, heel zielig, alsof hij/zij huilt.

Bij “Sta op”, gaat de kabouter staan en kiest iemand uit de kring. Op “Tralala…..”, dansen zij samen rond en zingen en klappen de overige kinderen. Het kind dat gekozen is, mag hierna in de kring gaan zitten en wordt het spel herhaald

De kinderen kunnen ook wat ze zingen meedoen met hun handen, zoals in de ogen wrijven, als ze huilen, tranen afdrogen en een gebaar maken dat de kabouter moet gaan staan.

Er zat een klein kaboutertje, huilend op een steentje, huilend, huilend, heel de dag alleen.

Sta op kaboutertje en droog je traantjes af, kies er eentje uit de kring, want anders ben je af.

Tralalalalalalalala….

Tralalalalalalalalalalalalaa.