Gymles met ballonnen 2
Dit heb je nodig:
- voor iedere leerling een ballon (en enkele reserve ballonnen)
- mand of bak waar de ballonnen in kunnen
- CD met vrolijke muziek en Cd-speler
- toverkoord of touw
Voorbereiding:
- Zorg dat alle ballonnen vooraf aan de les opgeblazen zijn.
Inleiding:
Heb je geen streep op de vloer aan beide kanten van het speellokaal waar kinderen achter kunnen staan? Trek dan een streep met een krijtje of plak schildertape op de vloer.
Alle kinderen staan achter de streep en laat de kinderen manieren bedenken hoe je de ballon naar de overkant kan brengen. Eén leerling bedenkt iets en de anderen doen het na. Bedenken de kinderen niet zelf iets, dan kun jij voorstellen om bv. de ballon naar de overkant te voetballen, te klemmen tussen je benen en dan te huppen of misschien zelfs blazen.
Kern 1:
Span een touw of toverkoord van de ene kant van het speellokaal naar de andere kant, op ongeveer een meter hoogte. Deel de groep in tweeën, aan weerszijden van het koord staat een groep, laat ze de ballon van de ene naar de andere kant over het koord tikken. Als je ziet dat steeds dezelfde kinderen de ballon weg tikken, stop dan even. Leg uit dat het de bedoeling is dat alle kinderen wel een keertje aan de beurt komen en dat ze rekening moeten houden met elkaar. De kinderen mogen de ballon niet vastpakken, ze moeten blijven tikken.
Heb je een grote groep dan kan je ook 4 groepen maken, 2 groepen spelen tegen elkaar en de andere 2 groepen kijken. Na enige tijd wisselen.
Wil je wel dat alle kinderen meedoen, dan kan je ook met meerdere ballonnen overtikken.
Kern 2:
Er zijn evenveel ballonnen als kinderen, zolang de kinderen muziek horen, moet de ballon in de lucht blijven, door er tegen aan te tikken. De kinderen hebben nu niet elk een eigen ballon. Stopt de muziek dan moet iedereen een ballon in de handen pakken. Herhaal dit, maar neem er telkens één ballon bij weg. Als de muziek stopt en een leerling heeft geen ballon in handen, dan mag hij/zij op de bank gaan zitten. Heb je een grote groep, dan kan je er ook twee ballonnen bij weg halen, ga eventueel door tot er één ballon en dus ook één leerling overblijft.
Afsluiting:
Verdeel de klas in groepjes van 4 of 5 leerlingen. De kinderen staan achter de streep achter elkaar. De achterste leerlingen krijgen allen een ballon. Als jij het aangeeft, mogen deze leerlingen de ballon aan de leerling voor hen geven. Deze geven het ook weer door aan de kinderen die voor hun staan, ondertussen gaan de kinderen die de ballon al aan de leerling voor hun hebben gegeven, om het rijtje heen lopen en gaan vooraan staan. Ieder groepje moet proberen om de ballon zo snel mogelijk aan de overkant te krijgen. Er mag dus niet gelopen worden met de ballon.
Heb je jongste kleuters, dan is het verstandig om het eerst met een aantal kinderen voor te doen. Zijn de kinderen er wel handig in, dan kan je het moeilijker maken door de ballon door te geven tussen de benen door.