Deze keer test het Juf Sanne team voor jullie spellen van Ravensburger. Spelletjes voor alle leeftijden, voor zowel thuis als in de klas!
Apenstreken in de getallenboom
Oei, de brutale apen hebben de olifant in de palmboom gezet! Nu moet iedereen elkaar helpen om de olifant te redden.
Deze week mag ik het spel Apenstreken in de getallenboom testen voor Juf Sanne. Ik vind het heerlijk als kinderen niet in de gaten hebben dat ze eigenlijk aan het rekenen zijn. Met dit spel oefenen de kinderen optellen en aftrekken van 1 tot 20 of van 1 tot 100 en ze oefenen met de fijne motoriek. Daarnaast ondersteunt het ook de persoonlijke en sociale ontwikkeling, doordat ze moeten samenwerken en overleggen. Dit spel is geschikt voor kinderen van 6 tot 10 jaar en je kunt het spel met 2 tot 4 spelers spelen.
Inhoud van de doos
Als je de doos voor de eerste keer openmaakt, is het één groot bouwpakket. Je wilt de getallenboom het liefst direct in elkaar zetten. In de doos zitten de volgende materialen: de palmboom (getallenboom), een springzeil, een olifant met een opzetstukje, vier apen, 28 apenkaarten, twee olifantenkaarten, zes jokers en een duidelijke handleiding.
De bedoeling van het spel
De apen hebben de olifant in de getallenboom gezet. Je moet elkaar helpen om de olifant te redden. Wat dit spel kenmerkt is dat je niet tegen elkaar speelt, maar met elkaar. Het is de bedoeling dat de olifant uiteindelijk bij het cijfer 20 aankomt, zodat hij op het springzeil kan springen en gered is. Dit kun je alleen bereiken door de apen en de apenkaarten te gebruiken om de getallenboom in evenwicht te houden. Iedere speler krijgt 2 of 3 apenkaarten, de overige apenkaarten vormen een blinde trekstapel. Vooraf kies je of je sommen tot 20 of tot 100 wilt laten uitrekenen. Afhankelijk van deze keuze speel je met de witte of zwarte cijfers op de apenkaarten.
Iedere speelbeurt bestaat uit twee acties. Je verzet eerst altijd een aap met behulp van de apenkaart. Daarna beslis je of je de olifant wilt verzetten met de olifantenkaart. Als je een aap wilt verzetten doe je dat met een apenkaart van dezelfde kleur. De blauwe aap kun je alleen verzetten met een blauwe apenkaart. Je kunt de apenkaart op drie verschillende manieren spelen: je kunt de aap op het cijfer zetten dat op de apenkaart staat, je kunt een optelsom maken met twee apenkaarten van dezelfde kleur en de aap op de uitkomst hiervan zetten of je kunt een aftreksom maken met twee apenkaarten van dezelfde kleur en de aap op de uitkomst hiervan zetten. Je mag voor een optel- en aftreksommen ook apenkaarten van de andere kinderen gebruiken, je vormt immers een team. Na het (ver)zetten van de aap, kun je ervoor kiezen om ook de olifant te verplaatsen. Je kiest dan één van beide olifantenkaarten en zet de olifant het aantal stappen vooruit dat op de kaart afgebeeld staat. Daarna draai je deze kaart om. Je kunt er ook voor kiezen om de olifant deze beurt niet te verzetten, dan is de volgende speler aan de beurt.
Om je een klein beetje te helpen, zijn er jokers in het spel. Er zijn verschillende jokers, zoals: palmdak even vasthouden of de olifantenturbo. Het spel is afgelopen als de olifant bij nummer 20 aan is gekomen en op het springzeil kan springen of als de olifant of één van de apen uit de palmboom is gevallen.
In de praktijk
Ik speelde dit spel met vier kinderen, twee uit groep 4 en twee uit groep 5. Ik heb eerst de doos op tafel gezet, zodat de kinderen de materialen even rustig konden bekijken. Een aantal kinderen begonnen direct met het in elkaar zetten van de getallenboom. Ze kozen automatisch al een kleur aap uit. Bij de meeste spellen is het namelijk zo dat jij tegen de rest speelt, dus dat jij een bepaalde kleur ‘bent’. Na de uitleg was het eerst nog een beetje zoeken. Er zijn best wel veel handelingen die je moet doen en die je moet onthouden. Wat mag wel en wat mag niet? Het was ook even wennen dat je niet tegen elkaar speelt, maar met elkaar. Toen we eenmaal een eindje op weg waren, werd het spel duidelijker en gebruikte de kinderen een strategie. Er werd veel overlegd en er werden tips aan elkaar gegeven. Wat opviel was dat de kinderen vaak de aap gewoon op het getal van de apenkaart zetten en er zelf niet voor kozen om de optel- of aftreksommen te maken. Ze moesten er soms even aan herinnerd worden dat dit ook een mogelijkheid was. Het lukte ons helaas niet om de olifant te redden, maar de kinderen waren enorm enthousiast. Ze vonden het heel spannend om een aap op de getallenboom te zetten of om de olifant te verplaatsen. Ze waren geconcentreerd en wilden het spel direct nog een keer spelen.
Wat vindt juf Reina ervan?
Het spel Apenstreken in de getallenboom is een spannend en leuk spel om in te zetten vanaf groep 3. Je kunt de kinderen zo spelenderwijs laten oefenen met de getallen tot 100 en het optellen en aftrekken tot 100. Wel moet je duidelijk het doel voor ogen houden. Wil je dat de kinderen oefenen met het optellen en aftrekken tot 100, dan zul je hierop moeten sturen. De kinderen zullen eerder geneigd zijn om alleen met de getallen te spelen, dan met de uitkomst van de optel- en aftreksommen. Wat ik geweldig vind aan dit spel, is dat je samen moet werken om tot een resultaat te komen. Je hebt elkaar nodig bij dit spel. Het stimuleert het samenwerken en het overleggen met elkaar.
The Gruffalo – Deep Dark Wood Game
Het Gruffalo Deep Dark Wood Game is een spel voor kinderen vanaf 3 jaar. Het doel van het spel is dat de kinderen ten minste de dobbelsteenbeelden t/m 3 herkennen en synchroon de stappen kunnen zetten. Uiteindelijk wint degene die als eerste bij het nootje voor de muis is.
Inhoud van de doos
Het spel bevat een prachtig spelbord waarop de afbeeldingen uit het bekende en corresponderende boek te zien zijn. Bij het spelbord zitten vier muis-pionnen in vier verschillende kleuren. Daarnaast bevat het spel een dobbelsteen waarmee alleen 1, 2 of 3 gegooid kan worden volgens de bekende dobbelsteenstructuur. Daarnaast bevat het spel 5 boompjes die in het midden geplaatst moeten worden. Onder de boompjes vindt je een afbeelding met een bepaald doel. Het doel hiervan kan gevarieerd worden afhankelijk van de doelgroep waarmee je het spel speelt.
De bedoeling van het spel
Aan het begin van het spel worden de 5 boompjes in het midden van het spelbord geplaatst. Iedere speler kiest een muispion in een kleur naar keuze. Het spel kan gespeeld worden met minimaal 2 spelers en maximaal 4 spelers. Let op: de beschrijving van het spel is alleen in het Engels bijgeleverd.
Wie bereikt als eerste het nootje voor de muis; dat is het doel van het spel. Corresponderend met verhaal uit het boek is ook het spelverloop bepaald. Om en om gooien de spelers met de pion en lopen evenveel stapjes met hun pion. Iedere staptegel heeft een cijfer, oplopend in aantal, t/m 26. Onderweg kunnen de spelers diverse afbeeldingen passeren of kunnen ze op deze afbeelding stil komen te staan. Wanneer een kind belandt op de afbeelding van de vos, uil of slang mogen ze een boompje pakken en omdraaien. Vinden ze hierop een afbeelding van een lichaamsdeel van de Gruffalo, dan mogen ze rustig blijven staan, alleen de ogen, poten of tanden van de Gruffalo zijn namelijk niet voldoende om de hongerige dieren af te schrikken. Wanneer ze een boompje draaien met een afbeelding van de Gruffalo mogen ze nog een keer dobbelen, de hele Gruffalo is namelijk wel voldoende om de andere dieren af te schrikken. Wanneer de spelers een afbeelding treffen van de dieren uit het bos moeten ze op de vlucht, ze gooien nogmaals met de dobbelsteen en lopen evenveel stapjes achteruit.
Wanneer de spelers op de afbeelding van de Gruffalo terecht komen zijn de rollen omgedraaid. Ook dan mogen ze een boompje draaien. Vinden ze onder het boompje met de afbeelding van de dieren, mooi, dan mogen ze nog een keer dobbelen en vooruit lopen. De Gruffalo schrikt de dieren namelijk af. Draaien de spelers een boompje met de Gruffalo of een onderdeel van de Gruffalo, dan dobbelen ze nog een keer en lopen ze evenveel stapjes achteruit. Het is wel van belang dat de boompjes na elke keer pakken gewisseld worden van plek, de spelers hebben namelijk snel in de gaten waar welke afbeelding staat. Verder kunnen de spelers nog de afbeelding van een vlinder treffen, hier mogen de kinderen nog een extra stapje verder vooruit. Ook kunnen ze de afbeelding van een rivier treffen, hier kan de muis niet gelijk oversteken en moet de speler een beurt overslaan.
In de praktijk
De kinderen zijn direct enthousiast wanneer ze dit spelbord treffen, zeker wanneer ze het verhaal van de Gruffalo kennen. Ze herkennen de verhaallijn direct wanneer ze naar het spelbord kijken en kunnen de afbeeldingen direct plaatsten. Wanneer de kinderen het verhaal kennen, is de uitleg van het spel een stuk makkelijker. Ze pikken de regels van de bomen snel op en begrijpen vlot waarom een bepaalde afbeelding onder het boompje een bepaalde regel heeft. Dit passen ze dan ook snel toe. Er heerst voor het spelen direct een bepaalde spanning bij de kinderen, het verhaal van de Gruffalo is tenslotte een spannend verhaal en de kinderen staan te popelen om te beginnen.
Wanneer dit spel gespeeld wordt met kinderen van drie jaar merk je dat een dobbelsteen oplopend tot 3 een goede standaard is. Dit is goed te behappen en hierdoor duurt het spel wat langer. De kans is hierbij ook groter dat ze een afbeelding van een dier of de Gruffalo treffen. Wanneer dit spel gespeeld wordt met kinderen van 4, 5 of 6 jaar merk je dat de stippen t/m 3 wat te makkelijk zijn voor ze. Toch ervaren ook deze kinderen dit spel als spannend en leuk, het spelbord is uitnodigend en de materialen erbij zijn mooi en interessant om vast te houden. Ook hier zie je terug dat de kinderen het verhaal van de Gruffalo bij het spel betrekken, dit maakt het spel ook voor deze kinderen aantrekkelijk. Het spel is haalbaar om uit te voeren met kinderen vanaf 4 jaar, het vraagt tijdens de eerste keer spelen wel wat extra sturing, aangezien de afbeelding van de Gruffalo een andere betekenis heeft dan de afbeeldingen van de andere dieren. Na een aantal keer spelen hebben de kinderen dit goed in de gaten. Wanneer het spel gespeeld wordt met kinderen van 3 jaar kunnen de regels vereenvoudigd worden. Alle regels van de boompjes zijn dan hetzelfde bij alle dieren, ook bij de Gruffalo. Ook dan is het tijdens de eerste ronde even wennen en vraagt dit wat extra sturing, bij een tweede keer spelen gaat dit beter.
Wat vindt juf Petra ervan?
Bij kinderen van 3 jaar is duidelijk zichtbaar dat dit spel ook een educatieve functie heeft, ze tellen de stippen op de dobbelsteen zo nu en dan nog en hebben soms nog hulp nodig bij het zetten van evenveel stapjes. Ook stapjes terugzetten is lastiger. Met hulp gaat dit goed. Kinderen van 4 jaar en ouder doen dit van nature. Hier heeft het spel meer een plezierige functie, maar tegelijk ook een educatieve functie als het gaat om het eigen maken van een verhaallijn en het toepassen hiervan. Er heerst zichtbaar plezier bij kinderen wanneer ze dit spel spelen. Wanneer alleen al naar het spelbord wordt gekeken kunnen ze samen het hele verhaal van de Gruffalo navertellen, zelfs zonder nog überhaupt aan het spel te beginnen. Na een aantal keren spelen leent dit spel zich er prima voor om ook zelfstandig te spelen, met name bij de 4, 5 en 6 jarigen gaat dit dan als vanzelf. Ze kunnen het spel goed uitleggen aan elkaar en spelen het keer op keer. Omdat dit spel gekoppeld is aan een prentenboek is dit spel al bij voorbaat aantrekkelijk. Wanneer de kinderen de doos voor het eerst zien wordt er gelijk al geroepen ‘Wow, dit is een spel van de Gruffalo, dat is cool’. Er heerst een plezierige spelspanning tijdens het spelen, wanneer de kinderen een boompje mogen draaien vinden ze dit heel spannend, ‘Oeh, spannend, welk plaatje zal ik draaien, hmm, even denken’. Dit is prachtig om te zien.
Dit spel is favoriet in mijn klas, vanaf het eerste moment dat we het gespeeld hebben. Ook thuis heb ik dit spel gespeeld met kinderen van 3 jaar, ook deze kinderen blijven maar vragen naar het spel. Plezier, verwondering en spanning staat voorop bij dit spel. Prachtig om te zien! Zo’n eenvoudig spel, maar toch zo geliefd!
Basta
Spelletjes met kaarten vinden kinderen altijd leuk om te spelen. Ze krijgen dan kaarten in hun handen en proberen deze altijd enthousiast weg te spelen. Deze keer speel ik met mijn kleuters Basta! Een kaartspel waarbij de kleur van de kaarten, het getal en goed visueel waarnemen een belangrijke rol in spelen.
Inhoud van de doos
In een kleine doos zitten 56 speelkaarten , 4 “buzzer†kaarten, een buzzer, een zakje met fiches en de spelregels.
De bedoeling van het spel
Om het spel te leren, leg je de 4 “buzzer†kaarten opzij. De overige 56 speelkaarten worden geschud. Iedere speler krijgt 7 speelkaarten en neemt deze in de hand. De overige speelkaarten worden als trekstapel midden op tafel gelegd. Draai de bovenste kaart om. Dit is de eerste kaart van de aflegstapel. De Buzzer wordt ingeschakeld met de “ON†knop, die aan de onderkant zit en naast de trekstapel gezet. Zorg ervoor dat alle spelers er goed bij kunnen.Wijs één van de kinderen aan die mag beginnen. Hij kijkt naar de kaart, die op de aflegstapel ligt en legt een passende kaart uit zijn hand op de aflegstapel. “Passend†betekent dat de kleur of het getal van de nieuwe kaart overeenkomt met de bovenste kaart van de aflegstapel. Op een rode 4 mag een willekeurige rode kaart of een 4 in een andere kleur. Wanneer het kind geen passende kaart in zijn hand heeft, dan moet hij een kaart van de trekstapel nemen en toevoegen aan zijn handkaarten. Wanneer de nieuwe kaart toevallig past op de kaart van de aflegstapel, dan mag deze gelijk gespeeld worden.
Tussen de kaarten met een getal zitten speciale kaarten. Legt een kind een “beurt overslaanâ€- kaart dan moet het volgende kind een beurt overslaan. Hij mag geen kaart uit zijn hand op de aflegstapel leggen. Speelt een kind een “2 trekken!†kaart, dan moet het volgende kind eerst twee kaarten van de trekstapel nemen. Daarna mag hij alsnog een kaart uit zijn hand op de aflegstapel uitspelen. Als een van de kinderen een kaart in zijn hand heeft, die exact hetzelfde is als de kaart op de aflegstapel, dan mag hij “buzzenâ€. Hij drukt op de rode knop. Hierna mag hij die kaart ( kleur en getal zijn hetzelfde) op de aflegstapel leggen. Vervolgens is het kind aan de beurt, die aan zijn linkerkant zit. Soms worden hierdoor kinderen overgeslagen en zullen ze moeten wachten op hun beurt om een kaart uit te spelen. Wanneer een kind ‘fout’ buzzt, krijgt hij voor straf een kaart van de aftrekstapel.
Het kind, die zijn laatste handkaart uitspeelt, roept “Basta!â€. Hiermee eindigt de ronde en dit kind wint een fiche. Alle kaarten worden verzameld, geschud en een nieuwe ronde kan beginnen. Het spel eindigt op het moment dat een van de kinderen als eerste drie fiches heeft. Hij is de winnaar van het spel.
Wat vindt juf Els ervan?
Basta! kan al heel snel gespeeld worden met kinderen die de getalsymbolen herkennen en kleuren kunnen onderscheiden. Mijn kleuters speelden vlot hun kaarten uit. Ze corrigeerden elkaar wanneer er per ongeluk een verkeerde kaart op de aflegstapel terecht kwam. In het begin drukken ze te snel op de buzzer, ze ontdekken dan dat alleen het getal of de kleur identiek is. Maar beiden moeten identiek zijn. Hier werden ze dan voor ‘gestraft’ en kregen een extra kaart. Het was ook een leermoment. Vervolgens werd er goed opgelet, iedereen wil toch proberen om zo snel mogelijk zijn kaarten kwijt te raken.