Vanaf 21 maart tot 30 maart 2015 start de Kikkertiendaagse; een jaarlijks terugkerend evenement waarbij het populaire figuurtje Kikker (van wijlen Max Velthuis) centraal staat. Het doel is natuurlijk nieuwe generaties bekend maken met de lieve, schattige, ontroerende en dappere Kikker door het lezen van de boeken. De thematitel van de Kikkertiendaagse 2015 is: Het jaar van Kikker, een boek met flapjes waarin het hele jaar door van alles te beleven valt. Op de site van de Kikkertiendaagse kun je een lesbrief en diverse andere materialen vinden om tijdens de tiendaagse in je klas te gebruiken.

Wist je dat er diverse leuke producten van Kikker verkrijgbaar zijn? Ik mocht van Veltman Uitgevers met de Kikker stapelkubussen spelen én twee prijzen weggeven aan de lezers van JufSanne.com. Om kans te maken op een Kikker prijs adviseer ik je de suggesties zorgvuldig te lezen 😉

Lees verder voor mijn suggesties en hoe je de prijs kunt winnen …

Bij het zien van de stapelkubussen begint het bij mij al te kriebelen. De mogelijkheden van dit materiaal zijn eindeloos. En het is leuk om naast het voorlezen andere activiteiten met Kikker te ondernemen. Mijn suggesties:

1. Maak een kopie van de plattegrond van de klas en geef de cijfers 1 t/m 10 hierop weer. Verstop de kubussen in overeenstemming met de plattegrond en laat de kinderen deze zoeken met behulp van de plattegrond.
2. Doe hetzelfde als boven aangegeven maar geef elke dag 1 cijfer weer op de plattegrond. Plak een opdracht in de kubus en die je met de kinderen uitvoert. Verstop elke dag weer een kubus met  een nieuwe opdracht. Leuk als je de opdrachten in de stijl van Kikker houdt.
3. Stop in elke kubus een afbeelding van een Kikkerboek en lees dit boek vervolgens voor.
4. Pak de kubussen uit en wacht af wat de kinderen doen. Beginnen ze direct met stapelen of doen ze juist iets anders? Observeer, benoem wat je ziet en stuur bij indien nodig.
5. Laat de kinderen een toren maken van groot naar klein. Laat ze aanwijzen welke kubus het grootste is en welke juist het kleinst.
6. Kunnen de kinderen ook een toren maken van klein naar groot? (Bij mij valt de toren bij de zevende blok steeds om). Wat kunnen we verzinnen om ervoor te zorgen dat we de toren toch kunnen maken? Waarom valt de toren eigenlijk om?
7. Zet de kubussen naast elkaar neer en wissel een blok van plaats. Kunnen de kinderen aangeven wat er niet klopt?
8. Geef 10 kinderen een kubus en vraag ze een toren te bouwen. Vraag oudere kleuters een toren te maken zonder erbij te praten.
9. Leg steeds de twee grootste kubussen onder een doek en vraag de kinderen een toren te bouwen. Ze voelen onder de doek en op gevoel vast welk blok de grootste is.
10. Bouw de toren en laat een kubus weg. Kunnen de kinderen ontdekken welke ontbreekt?
11. Geef ze 3 of 4 willekeurige blokken en laat ze daarvan een toren maken te beginnen met de grootste.
12. Geef twee groepen elk 5 willekeurige blokken en ze een toren maken te beginnen met de grootste.
13. Geef twee groepen elke 5 blokken, groep 1 krijgt de blokken met de cijfers 6 t/m 10 en groep 2 krijgt de cijfers 1 t/m 5. Welke toren is het hoogst? Waarom? Jullie hebben toch evenveel blokken?
14. Maak de vormen na die op de kubussen te zien zijn. Leg ze in een volgorde neer en vraag de kinderen de kinderen de kubussen in deze volgorde neer te zetten.
15. Geef de vormen aan de kinderen en vraag ze om ze neer te leggen in een volgorde zodat de toren van groot naar klein neergezet kan worden.
16. Maak met schildertape twee vakken van 3 x 3 hokken op de grond. Leg de vormen in de vakken en laat de kinderen de kubussen op exact dezelfde plek plaatsen.
17. Maak met schildertape twee vakken van 3 x 3 hokken op de grond. en laat ze de kubussen spiegelen.
18. Geef  2 of 3 kinderen een kubus en laat ze deze vullen met een materiaal, bijvoorbeeld teldopjes of potloden. Het aantal dat in de kubus moet, staat natuurlijk op de voorkant aangegeven.
19. Geef  2 of 3 kinderen een kubus en laat ze deze vullen met een materiaal die dezelfde kleur van de kubus hebben. Wie heeft de meeste items gevonden in deze kleur? Maak een staafdiagram.
20. Geef  2 of 3 kinderen een kubus en laat ze deze vullen met een materiaal of  gedrukte vorm als op de kubus. Wie heeft de meeste items gevonden met deze vorm?
21. Leg 10 items neer en vraag de kinderen deze in gedachten te nemen. Plaats nu kubussen over 3 items. Weten de kinderen de items te benoemen?
22. Leg 1 t/m 10 items in groepjes neer. Geef tien kinderen een kubus en vraag ze deze naast de juiste hoeveelheid te plaatsen.
23. Geef een kind een kubus en zorg dat hij niet het cijfer ziet maar de hoeveelheid. Laat hem deze tellen en zo bepalen welk cijfer op de kubus staat.
24. Vraag de kinderen sommen te maken van de blokken waarvan het antwoord steeds 10 is.
25. Bouw de toren zodanig dat de opening van elke kubus aan de voorkant te zien is. Geef de kinderen een opdracht. Bijvoorbeeld: zet Haas in de één na grootste kubus. Je kunt hierin variëren op kleur of op vorm die op de bovenzijde van de kubus te zien is.
26. Maak een straat met de kinderen. Neem de vingerpoppetjes erbij of geknutselde figuren uit de boeken en vertel in welk ‘huis’ ze wonen.
27. Maak een straat met even en oneven cijfers.
28. Geef de kubussen aan de kinderen in de bouwhoek en laat ze onderdeel uit maken van deze hoek.
29. Neem de toren mee naar de speelzaal en plaats deze rechtop. Laat de kinderen met pittenzakjes proberen te toren om te gooien.
30. Hetzelfde als nr. 29 maar geef de kinderen nu een bal.
31. Plaats de kubussen in een willekeurige volgorde in de speelzaal en laat de kinderen een route lopen van 1 t/m 10.
32. Hetzelfde als idee hierboven maar wissel van bewegingsvorm.
33. Zet de kubussen aan de lange kant van de gymzaal en geef bij elke kubus een nieuwe opdracht. Bij 1 moeten de kinderen op de plaats dribbelen, bij 2 maken ze jumping jacks, bij 3 tikken ze de tenen aan, etc. Kunnen ze alle opdrachten onthouden?
34. Geef 10 kinderen een kubus en wijs een tikker aan. De tikker moet de kinderen in de juiste volgorde tikken van 1 t/m 10.
35. Zet de kubussen met de open kant naar boven en laat de kinderen proberen een pittenzakje te gooien in een kubus. Ze benoemen steeds het cijfer waarin deze terecht is gekomen.
36. Neem de vingerpoppetjes erbij en verstop deze onder de kubussen. Het is belangrijk dat je onthoudt, waar de poppetjes verstopt zijn. Laat de kinderen vragen stellen om erachter komen wie er waar verstopt zit.
37. Geef elk kind een kubus en geef hem een opdracht waar in de klas hij hem moet plaatsen. Bijvoorbeeld: loop langs het verfbord naar de huishoek en zet de kubus in de vensterbank.
38. Op de kubussen staan steeds afbeeldingen van een karakter uit de boeken van Kikker. Vraag naar de beginklank van deze karakter. Laat de kinderen items zoeken die beginnen met dezelfde beginklank.
39. Geef elk kind een kaartje uit de rijmdoos. Laat ze items verzamelen in de klas die rijmen op dit woord en in de kubus doen.
40. Wanneer de Kikkertiendaagse ten einde loopt, kun je de kinderen vragen welk boek ze het leukste vonden. Deze krijgt natuurlijk de meeste punten. Maak zo de top 10 van de klas en plaats de kubus steeds bij het boek.

Van Veltman Uitgevers mag ik een set stapelkubussen én een geweldige puzzel van Kikker weggeven aan lezers van JufSanne.com. Om kans te maken moet je twee vragen beantwoorden.
De winnaars zijn bekend! Gefeliciteerd Evita Verschoor en Anne van Dijk!

1. Hoeveel Kikker items biedt Veltman Uitgevers aan?
2. Welk nummer heeft deze suggestie: ‘het maken van een boeken top 10’?

Stuur je antwoord voor 18 maart 2015 naar Juf Sanne o.v.v. Kikkeractie en vergeet daarbij niet jouw adres te vermelden.