40 lessuggesties met de Albert Heijn boerderij mini’s

Supermarktgigant Albert Heijn heeft een nieuwe actie: de boerderijmini’s. In eerste instantie dacht ik: wat moét je ermee! Totdat mijn motorisch ietwat onhandige zoon enthousiast begon aan het bouwen van de tractor. Ja, toen zag ik het nut er wel van in;-). Na het in elkaar zetten van alle boerderijmini’s begon mijn juffenbrein al weer vol te lopen met ideeën. En natuurlijk deel ik deze graag met jullie. Misschien is thema boerderij niet direct iets waar je nu mee zou beginnen. Spaar de mini’s dan op en gebruik ze in het voorjaar.

001184878_001_Leef_het_boer'n_leven

Het doel van de actie:
Op de site van Albert Heijn lees ik in een persbericht wat volgens hen het doel van de actie is.

Vanaf maandag 15 september staat alles bij Albert Heijn in het teken van het boerenleven. Kinderen kunnen dan sparen voor 24 verschillende boerderijmini’s. Op deze manier leren kinderen spelenderwijs meer over het boerenleven. Klanten krijgen de boerderijmini’s cadeau bij besteding van € 15 aan boodschappen. Er kunnen 24 verschillende boerderijmini’s verzameld worden: uitdrukkaartjes waarmee kinderen zelf 3D-boerderijfiguurtjes in elkaar kunnen zetten. Op 11 oktober kan tijdens de ‘Doe als een boer-dag’ een bezoek gebracht worden aan een van de ruim 40 lokale boerenbedrijven waar verse producten vandaan komen die bij Albert Heijn in het schap liggen.

 

 Dus, spelenderwijs meer leren over het boerenleven. Prima. Als dat het doel is, doe ik er nog een educatief schepje bovenop en rek het doel uit naar spelenderwijs meer leren. Punt.


Mijn suggesties:

Na het uitdrukken en in elkaar zetten van de mini’s scheur je ook de rechterhelft van de kaart eraf. Deze kaarten bieden plaatsen om de verschillende mini’s neer te zetten. Hang een brief op in de klas waarop je aangeeft dat je de boerderijmini’s spaart. Er zijn 24 verschillende mini’s, de collectie is te bekijken op de poster die door AH is verstrekt.

mini'sposter01
  1. Zet cirkels om de mini’s die je al hebt.
  2. Bekijk steeds welke mini’s je hebt ontvangen. Zet turfstreepjes of stippen naast de mini of hang een scorelijst op. Bekijk van welke mini’s er het meeste of juist het minste zijn.
  3. Hang de poster op een prikbord en prik punaises in het bord om aan te geven hoeveel je hebt van deze mini’s .
  4. Neem een groen A4 en laat de kinderen de mini’s precies zo neerzetten als op de poster.
  5. Herhaal suggestie 4 maar leg bij dubbele mini’s steeds een nieuw veld neer.
  6. Leg de kaarten in een lange rij op de grond. Geef steeds een andere opdracht. Zet een schaap op het eerste veld, zet de tractor op het vierde veld, etc.
  7. Leg de kaarten in een vierkant of rechthoek neer en geef verschillende opdrachten. Zet een koe op de tweede rij, derde veld neer.
  8. Leg een vierkant van 3 x 3 kaarten neer en geef opdrachten waar de mini’s moeten komen.
  9. Maak voorbeeldkaarten of foto’s met de iPad. Leg een vierkant van 3 x 3  of 4 x 4 kaarten neer en zet daar mini’s op. Maak steeds foto’s en laat de kinderen vervolgens de kaarten naleggen.
  10. Herhaal suggestie 9. Laat nu één kind de foto bekijken en aan een ander kind vertellen hoe het veld eruit moet komen te zien.2014-09-17 16.20.28
  11. Voor scholen die werken met iPad’s: download de app TinyTap. Maak een foto van een veld en stel daar verschillende vragen over. Je kunt de kinderen natuurlijk ook zelf vragen laten verzinnen.
  12. Maak een iStopmotion filmpje met de mini’s. Op de site van Meester Sander zie je een instructiefilmpje over het gebruik van deze app. Door steeds nieuwe mini’s toe te voegen en er foto’s van te maken die je vervolgens versneld laat afspelen, zien de kinderen hoe de boerderij steeds wordt uitgebreid.
  13. Laat de kinderen met kleine blokjes omheiningen bouwen rond de velden.
  14. Geef de kinderen een groot groen vierkant karton en vouw 16 vierkanten. Laat de kinderen de mini’s van de poster uitknippen en op het karton plakken. Vervolgens maken ze hun eigen weiland na.
  15. Laat de kinderen stallen bouwen van kleine blokjes. Ze moeten daarbij de stenen in verband bouwen.
  16. De kinderen nemen de dieren en zetten deze in een rij van klein naar groot.
  17. De kinderen nemen de dieren en zetten deze in een rij van klein naar groot. Laat de kinderen de ogen sluiten en neem een dier weg. Weten de kinderen welk dier ontbreekt?
  18. Op de kaarten staat steeds vermeld welke mini het is. Laat de kinderen deze woorden na stempelen en ze op de thematafel bij de juiste mini plaatsen.
  19. Neem een sheet en knip hier vierkanten van. Schrijf met marker woorden op de sheet en leg de sheets op de velden. De kinderen lezen de woorden en plaatsen de mini’s vervolgens op deze velden.
  20. Herhaal suggestie 19 maar schrijf cijfers op de sheets. Nu plaatsen de kinderen dat aantal mini’s op de velden.mini's
  21. Herhaal suggestie 19 maar schrijf alleen de beginletters op de sheets. De kinderen plaatsen de mini’s op het juiste veld. Op sommige velden kunnen meerdere mini’s komen te staan. Boer – boerin – bloemkool, paard – pompoen, melkbus – molen.
  22. Leg de velden neer in een vierkant van 4 x 4 of 5 x 5. Zet de tractor linksboven en geef instructies. Op welk veld komt de tractor uit?
  23. Herhaal suggestie 22 maar maak voorbeeldkaarten met pijlen.
  24. Maak een start en finish en zet deze op de velden neer. Laat de kinderen een routekaart met pijlen maken.
  25. Herhaal suggestie 24 maar zet nu obstakels op de velden. Waar eerder nog meerdere routes mogelijk waren, wordt het nu een stuk lastiger om een routekaart te maken.
  26. Neem cijferkaarten of teken bollen 1 t/m 5 op papier. Neem steeds een mini en klap het woord in klankgroepen. Plaats het bij het juiste cijferkaartje..
  27. Laat de dieren een avontuur beleven. Plaats alles anders voordat de kinderen binnenkomen of voeg iets toe aan de velden. Wat hebben de dieren uitgespookt toen de kinderen thuis waren?
  28. Verzamel boeken over een aantal boerderijdieren. Stop de mini’s in een doos of voelzak en laat één kind er een dier uit halen. Zeg hardop:
    Wij hebben een grote vraag!
    Over welk dier leren wij vandaag?
  29. Verzin rijmwoorden bij een dier en probeer een rijmpje van vier regels te maken.
    Een paard heeft een staart
    maar geen lange baard
    hij rent met een vaart
    en eet appeltaart.
  30. Verzin dierenraadsels of laat de kinderen een raadsel verzinnen. Zet de dieren neer en haal er steeds één weg wanneer het raadsel over dat dier is opgelost.boerderij03Suggesties met dubbele mini’s:
  31. Neem een schoolmelkdoos en zet 10 dieren op een rij. Plaats nu de doos over een aantal dieren en vraag de kinderen hoeveel dieren er in de stal staan.
  32. Neem een groot groen vierkant karton en vouw 16 vierkanten. Knip de plaatjes van de poster los en maak ook cijferkaarten. Leg boven het vierkant vier kaartjes van de mini’s en links een aantal cijfers. De kinderen maken de matrix.
  33. Maak een kraampje van kleine blokjes waar de boer en de boerin groente en fruit kunnen verkopen.
  34. Geef twee kinderen een schoolmelkdoos en evenveel mini’s. Eén kind bepaalt steeds waar de mini’s moeten komen en zet ze in zijn doos. Het andere kind probeert zijn instructies te volgen en de opstelling in zijn doos te kopiëren.
  35. Geef twee kinderen evenveel velden en mini’s. Zorg ervoor dat ze niet bij elkaar kunnen kijken. Eén kind bepaalt steeds op welk veld de mini’s moeten komen en de ander luistert naar zijn instructies. Na afloop controleren de kinderen of de opstellingen identiek zijn.
  36. Maak een staafdiagram. Knip de plaatjes uit de poster en plak deze onderaan een vel met vakken. Zet voor elke mini een kruis in een vak en inventariseer hoeveel er zijn, waar het meeste van zijn en waar juist het minst. Je kunt natuurlijk ook op het digibord een staafdiagram maken.
  37. Je kunt ook een staafdiagram maken met blokjes. Plaats voor elke mini een blokje op een stapel. Bekijk welke stapel het hoogst is, en dus de meeste blokjes heeft.
  38. Zet drie dieren op een rij en vraag de kinderen om een dierenoptocht te maken. Ze maken de reeks van dieren verder af. Herhaal deze suggestie met vier of vijf dieren.
  39. Herhaal suggestie 38 maar let nu op grootte. De kinderen maken een reeks van groot naar klein.
  40. Leg elke dag een brief van de boer klaar met een bepaalde opdracht voor de kinderen. Kies hiervoor één van de eerder genoemde suggesties.

 

Genoeg inspiratie om aan de slag te gaan. Mocht je zelf nog suggesties hebben, dan hoor ik het graag! Veel speelplezier met de kinderen gewenst!

Alle afbeeldingen (c) Albert Heijn B.V.