Na interviews met Vivian den Hollander, Jacques Vriens en Ajé Boschhuizen (bedenker van het Sinterklaasjournaal) is het nu de beurt aan Janneke Schotveld. Bezoekers van Juf Sanne mochten een vraag insturen voor de Superjuffie auteur. Je kon daarbij kans maken op haar nieuwste boek: De Zolderkinderen.
Juf Sanne: Hoi Janneke! Wat vind ik het leuk dat je mee wilt doen aan een interview op JufSanne.com! Alvast heel erg bedankt daarvoor. Bezoekers van de site hebben hun vragen ingestuurd, en ik heb zelf ook nog een paar vragen.
Je hebt een prachtige website waar je heel veel over jou te weten komt. Zo valt daar te lezen dat je met je man en kinderen op een zorgboerderij woont met 17 jongeren. Heb je nog wel tijd om boeken te schrijven;-) De vraag is: komen de verhalen tot mede dankzij het werk op de zorgboerderij?
Janneke: Wij wonen op de zorgboerderij, maar we werken er overdag niet. We zijn vooral goeie buur, noodhulp in geval van calamiteiten en ’s nachts zijn we wel aan het ‘werk.’ Als er wat is met de jongeren of de dieren, dan worden we uit ons bed gebeld. Het is natuurlijk wel altijd druk hier, en soms leidt dat wel af. Maar het zorgt zeker ook voor inspiratie!
Lees verder voor het interview …
Juf Sanne: Jouw boeken zijn binnen korte tijd enorm populair geworden. Denk je dat het succes ligt aan het feit dat je uit het onderwijs komt en weet wat kinderen leuk vinden?
Janneke: Geen idee… Ik denk wel dat een personage als Superjuffie heel erg tot de verbeelding spreekt voor kinderen. Ze weten allemaal hoe het is om op school te zitten, en zouden vast ook allemaal wel een vliegende juf willen hebben. Een reële setting met een vleugje magie, dat is volgens mij een recept waar kinderen van houden. (en ik ook)
Juf Sanne: Jacques Vriens gaf vorige maand een interview. Hij is de eerste kinderboekenambassadeur van Nederland en zet zich in voor o.a. leesonderwijs. Zou jij in de toekomst kinderboekenambassadeur willen worden? En zo ja, waar zou je je dan op richten?
Janneke: Nou, dat lijkt me fantastisch! Ik zou me ook richten op (voor)lezen en het belang daarvan. Ik zie dat het bij jonge leerkrachten helemaal niet meer vanzelfsprekend is om kennis van jeugdboeken te hebben. Terwijl dat echt het verschil kan maken voor kinderen. Ik kom zelf uit het speciaal onderwijs, en heb gemerkt dat ook bij lezers die erg veel moeite of weerstand hebben het heel goed werkt als je als juf of meester laat merken dat je plezier hebt in (voor)lezen. Ook bij mijn werk als Schoolschrijver (www.deschoolschrijver.nl) is het fantastisch om te zien hoe je met enthousiasme over en kennis van kinderboeken van kinderen lezers kunt maken. Ik zou ook leraren willen stimuleren om te praten over verhalen. Kinderen halen heel veel uit verhalen, als je ze helpt om te kijken. Mijn bijbel op dat gebied is Leespraat van Adain Chambers, verplichte kost voor iedere basisschoolleerkracht wat mij betreft.
Leonie (7) vraagt: Wat vind je het leukste boek dat je ooit geschreven hebt?
Janneke: Die vraag word mij vaak gesteld! En dat is best een lastige, want ik vond alle boeken hartstikke leuk om te schrijven. Als het echt moet, kies ik denk ik toch Superjuffie. Of nee, Villa Fien, of toch Robbie en Raffi of, eh …?
Isabel Vissers vraagt: Wat was vroeger uw favoriete kinderboek?
Janneke: Minoes! Ik wilde ZO graag een poes zijn. (en nog eigenlijk) en Ronja de Roversdochter heb ik letterlijk stukgelezen!
Eva Blank en de kinderen van groep 3 / 4 en 5 vragen:
Welk beroep vind je leuker, juf of schrijfster? En waarom?
Janneke: Oei, wat een moeilijke vraag! Eigenlijk was het het leukst om het allebei te doen, maar dat werd een beetje teveel. Ik kom als schrijfster nog veel op scholen gelukkig, en daarom heb ik daarvoor gekozen.
Was jij vroeger ook altijd een superjuffie?
Janneke: Eeeeeeeh…. dat zou je aan mijn leerlingen moeten vragen. Ik geloof dat ze me meestal wel aardig vonden hoor. Maar ik vloog nooit uit het raam, dat hadden ze vast heel leuk gevonden. Want ik hield ze altijd wel goed in de gaten! (en dat gaat een beetje moeilijk als je wegvliegt). Deze vraag hoor ik niet veel, dus jullie winnen het boek!
Carola Le Fevre vraagt: Ik wil graag weten of er een bepaalde juf van vroeger of collega van nu het karakter Superjuffie is.
Janneke: Nee, Superjuffie is helemaal van zichzelf. Ik denk wel dat ik haar karaktereigenschappen heb gegeven waarvan ik vind dat een goede juf ze moet hebben. En op sommige gebieden lijkt ze op mij: ze staat niet graag in de spotlights, en ze heeft een groot hart voor dieren. Jij wint ook een exemplaar van De Zolderkinderen.
Diane, Tess (9) en Cas (7) vragen: Je schrijft in je boeken over hele stoere kinderen die best veel durven. Was jij vroeger ook zo stoer?
Janneke: Nee, ik was helemaal niet zo stoer. Ik hield wel van buitenspelen en hutten bouwen, maar ook van lezen, knutselen en schrijven. Ik was wel ondernemend, maar niet heel dapper. De eerste paar jaar op de basisschool was ik erg verlegen. Misschien dat ik daarom over juist stoere kinderen schrijf! Ik moest lang over deze vraag nadenken! Jullie winnen mijn boek!
Welke boeken las jij toen je kind was en wilde je toen ook al schrijver worden?
Ik las het liefst Minoes en Ronja de roversdochter. Maar ook De kleine kapitein (daar wilde ik mee trouwen) en later alle boeken van Thea Beckman. Ik schreef als kind al heel veel, verhaaltjes, tijdschriften, brieven, dagboeken. Maar ik wist geloof ik niet dat je schrijver kon worden. Ik wilde dierenarts worden!
De Zolderkinderen – Janneke Schotveld – Uitgeverij van Holkema en Warendorf – ISBN: 9789000315963
De inhoud:
Samen met zijn ouders en zusje woont Milo in het Koekoeksnest. Het fijnste huis op de hele wereld! Niet alleen hij woont er, ook Lina en haar moeder en de tweeling Tim en Tijmen. De kinderen spelen altijd op zolder, dat is hun domein. Dan gaat tante Mimi dood, de officiële eigenaar van het landgoed. Ze weten niet beter dan dat Milo’s moeder het huis zal erven. Maar ineens blijkt er nog een verre neef te zijn. Hij komt zijn erfdeel opeisen en neemt zijn intrek op de zolder van het Koekoeksnest. Dat laten De Zolderkinderen niet op zich zitten!
Janneke over De Zolderkinderen:
Het idee voor een boek als De Zolderkinderen had ik al heel lang. Een groepje kinderen dat bij elkaar woont in een mooi oud landhuis en daar allerlei avonturen beleven. Het lijkt een beetje op hoe ik vroeger woonde. Niet in zo’n mooi oud huis hoor, maar gewoon in een rijtjeshuis. Maar wel met een gezellige club kinderen die altijd gewoon bij elkaar naar binnen konden lopen. Zo’n spannend avontuur als in De Zolderkinderen heb ik toen nooit beleefd, maar dat had ik wel gewild!
Juf Sanne zegt:
In het eerste hoofdstuk maken we kennis met de bewoners van het Koekoeksnest. Een bont gezelschap die elk op een etage van het Koekoeksnest wonen. Op de zolder hebben de kinderen hun intrek genomen. Het is absoluut verboden voor volwassenen om daar te komen. Nou ja, de moeder van Milo komt daar wel eens stofzuigen, want dat moet gewoon. Als snel in het verhaal komen we erachter dat de eigenaresse van het Koekoeksnest is overleden. Een neef uit Australië blijkt de erfgenaam van tante Mimi. Hij komt over en besluit een tijdje in Nederland te blijven. Hij wil zijn intrek in de zolderkamer nemen. Maar dat gaat zomaar niet! De kinderen bedenken verschillende plannetjes om neef Jimmy uit het huis te jagen. Neef Jimmy lijkt ook een plan te hebben. Wat is er toch allemaal aan de hand?
De Zolderkinderen is van begin tot eind zeer gezellig. De verschillende karakters van de kinderen komen goed naar voren. De schattige briefjes die Milo schrijft aan de overleden tante Mimi zijn zeer aandoenlijk en diezelfde briefjes helpen de spanning in het boek aardig op te bouwen. De kinderen beleven een enerverend avontuur met een spannende ontknoping. Lees dit boek in je klas voor en de kinderen zullen aan je lippen hangen. Gegarandeerd!