Interview: Het grote Sinterklaasjournaal voorleesboek

Ajé Boschhuizen, bedenker, scenarioschrijver en eindredacteur van Het Sinterklaasjournaal, schreef een boek met vijftig korte voorleesverhalen over Sinterklaas en het Sinterklaasjournaal. Speciaal voor Juf Sanne heeft hij de tijd genomen om enkele vragen te beantwoorden. Zo praat hij over de totstandkoming van het Sinterklaasjournaal en zijn boek. We mogen van Uitgeverij Podium één exemplaar van ‘Het grote Sinterklaasjournaal voorleesboek’ weggeven. Wil jij kans maken op dit boek? Lees dan vooral verder …

Het grote Sinterklaasjournaal voorleesboek – Ajé Boschhuizen – Uitgeverij Podium – ISBN: 9789057596070

sinterklaas01

Juf Sanne: Ajé, je bent de bedenker van het Sinterklaasjournaal en staat al sinds 2001 aan het roer. Hoe ben je op het idee van het Sinterklaasjournaal gekomen?

Lees verder voor de rest van het interview …

Ajé: Eind jaren negentig werkte ik al als eindredacteur bij Sesamstraat. Daar maakten we ieder jaar op 5 december een Sinterklaasspecial van 25 minuten, waarin Pino, Tommie en Ieniemienie centraal stonden. In de loop der jaren werden we steeds beter in het vertellen van een spannend verhaal voor kleuters. Daarnaast was bij de NPS (voorloper van de NTR) half november ook de intocht van Sinterklaas te zien. Daar had je dan meteen ook onze hele Sinterklaasprogrammering mee gehad. In de drie weken tussen de Intocht en Pakjesavond gebeurde er verder niks. Dat vond ik zonde. Uit ervaring wist ik dat kleuters in die periode bovenmatig geïnteresseerd zijn in het fenomeen Sinterklaas. Ze leven er elke dag mee. Het is absoluut een onderdeel van hun realiteit. Daar zouden we dan ook op televisie elke dag wat mee moeten doen, vond ik.

Jarenlang probeerde ik iets dergelijks voor elkaar te krijgen, maar ik vond intern geen gehoor. Zo’n programma was te duur en bovendien ging al het geld al naar Klokhuis, Sesamstraat en de Intocht van Sinterklaas. De NPS deed meer dan genoeg aan Sinterklaas, was het idee. Daar baalde ik enorm van, vooral omdat ik zelf hele goede herinneringen heb aan de Sinterklaasperiodes uit mijn jeugd.

In het najaar van 2000 kreeg de kinderprogrammering van de Publieke Omroep een eigen plek op Nederland 3, onder het merk Z@ppelin. Daarbij werd ook het geld van de afzonderlijke omroepen op één grote hoop gegooid. Dat gaf mogelijkheden voor mijn plan. Zeker toen de zenderbaas Cathy Spierenburg aangaf geld te willen vrijmaken voor een Sinterklaasserie.

Er volgde een enorme discussie tussen de verschillende omroepen. De grote vergaderingen waren talrijk en in die brainstormsessies legde bijna iedere omroep een eigen plan op tafel. De NPS deed daar ook aan mee en had een tweetal schrijvers gevraagd een opzet te maken. Het resultaat was een grote hoeveelheid discussies over het aanstaande programma. De tijd schreed voort. Het ene na het andere plan sneuvelde. En de vergadering van eindredacteuren zat uiteindelijk zonder idee somber voor zich uit te kijken.

Het was inmiddels eind mei 2001. Het onderwerp liet mij niet los en ik sprak er veel over met collega’s. Het kon toch niet zo zijn dat we deze gelegenheid voorbij lieten gaan zonder goed idee?

Op een voorjaarsavond had ik weer eens een lang telefoongesprek. Daarin kwam ik niet verder dan dat het programma een inkijk zou moeten geven in de dagelijkse beslommeringen van Sinterklaas. Maar dat was te algemeen en het was bovendien al eens eerder gedaan. Ik weet nog goed dat ik de telefoon een beetje moedeloos neerlegde. Maar toen ik opstond van de bank viel het me in: we moesten een heus televisiejournaal gaan maken! Dat klopt helemaal bij het gegeven dat een kleuter Sinterklaas als realiteit beschouwt. En de ‘journalisten’ kunnen zich bezig houden met alles was Sinterklaas dagelijks meemaakt. Met een journaal wordt het helemaal echt en geloofwaardig. De afzonderlijke items zouden bovendien kort genoeg zijn voor de spanningsboog van een kleuter. Het idee was geboren. Een titel schoot mij ook meteen te binnen: ‘Het Sinterklaasjournaal’. Dat was simpel en het dekte de lading volkomen.

20121113_201425_SinterklaasjournaalBegin juni werkte ik het format tot in detail uit en legde het voor aan het netmanagement en de vergadering van omroepen. Binnen twee minuten waren we er uit. Iedereen vond het een prachtig plan. En de rest is geschiedenis.

Juf Sanne:  Hoe lang ben je bezig met het maken van Het Sinterklaasjournaal?

Ajé: Dat is een leuke vraag. Veel mensen vergissen zich daar namelijk in. Sommigen denken zelfs dat wij elke dag met een camera bij Het Grote Pietenhuis staan te wachten op Sinterklaas en de Pieten. Of dat Sinterklaas, de Hoofdpiet en Pietje Paniek er maar wat op los improviseren en Dieuwertje spontane vragen aan hen stelt.

Maar niets is minder waar. Elk woord dat in Het Sinterklaasjournaal wordt uitgesproken is van tevoren opgeschreven. We maken Het Sinterklaasjournaal op basis van een scenario dat 250 pagina’s dik is. Dat is dus net zo’n pil als Het Grote Sinterklaasjournaal Voorleesboek. Om dat op tijd af te krijgen, begin ik al in april met een aantal mensen te brainstormen. In het begin is dat één keer in de week, maar als de tijd vordert wordt dat twee keer in de week. Dat zijn intensieve sessies in vergaderkamers. En elk jaar is er een moment waarop we tegen elkaar zeggen: ‘Het wordt helemaal niks dit jaar. Laten we er mee ophouden. Het is mooi geweest.’ Maar elk jaar heb ik ook een moment van de inval, het grotere idee. En dan gaan de raderen draaien en ontwikkelt zich de grote verhaallijn van dat jaar. Eigenlijk is dat erg vergelijkbaar met het ontstaan van het programma idee zelf.

In mei leggen we, met behulp van 75 hagelwitte correspondentiekaarten, de hele televisieserie op tafel. Elk leeg kaartje staat voor een item in Het Sinterklaasjournaal. Met verse viltstiften proberen we dan een planning te maken voor iedere aflevering. Dat wordt vervolgens kritsich bekeken en aangevuld door een strenge redactie. In juni weten we dan uiteindelijk vrij precies wat er in Het Sinterklaasjournaal gaat gebeuren. Dat zet ik vervolgens op papier.

Dan volgt de zomer. Al dertien jaar gaat de laptop mee op vakantie. Het hele gezin weet inmiddels niet beter. Het is voor mij ideaal om bijvoorbeeld ergens in de Franse Alpen of de Bourgogne rustig de grappen te kunnen bedenken die we in het najaar over Nederland gaan uitstrooien. Ik sta vroeg op en werk tot de lunch aan het scenario. De rest van de dag mijmer ik een beetje over de scènes van de volgende dag. Maar dat kan ook prima in een druipsteengrot. Daar heeft verder niemand last van.

Het werk wordt na mijn vakantie beoordeeld door de redactie. Inconsequenties worden er uit gehaald en niet zelden voegt de redactie nog ideeën toe of vindt oplossingen voor scènes die de verwachtingen niet hebben waargemaakt. Dat proces speelt vooral in augustus en begin september.

Tot slot schrijf ik in september alle teksten voor Dieuwertje uit. Van het bekende ‘Hallo allemaal’ tot en met het weerbericht. Dat laatste verwondert vaak mensen. Dat wij in september al weten wat het weer wordt in bijvoorbeeld de nacht van 1 op 2 december. Half september is het scenario helemaal af. En dat moet ook wel, want dan zit er een productieteam van zes mensen klaar om de opnamen voor te bereiden die begin oktober al van start gaan. Samenvattend ben ik dus ruim vijf maanden bezig met schrijven. En daarna als eindredacteur nog drie maanden met de productie. Dus ik ben altijd ontzettend blij als het vijf december is!

Juf Sanne: Het Sinterklaasjournaal heeft net de Gouden Stuiver gewonnen voor het beste Jeugdprogramma van 2013 bij het Televizier Gala. Van harte gefeliciteerd! Jullie waren al twee keer eerder genomineerd. Heb jij een idee waarom jullie juist dit jaar hebben gewonnen?

dieuwertjegoudenstuiver02

foto: televizier.nl

Ajé: Dat is moeilijk te zeggen, want er wordt altijd uiterst geheimzinnig gedaan rondom de stemmingen bij de Televizierring. Maar het staat volgens mij wel vast dat, nu de economische crisis op zijn hoogtepunt is, mensen gaan zoeken naar afleiding. En die is ontzettend goed te vinden in de gezelligheid en romantiek van het Sinterklaasfeest. Daarbij zorgt juist het Sinterklaasjournaal voor de relativering van al die ellende. We kregen de prijs voor de serie van vorig jaar, waarin Sinterklaas al zijn geld kwijt was geraakt. En voor romantiek zorgde Pietje Verliefd, die op zoek was naar zijn vriendinnetje. Dat past naadloos op de gevoelens in het land. En dat hebben de mensen herkend, vermoed ik. Het lukt ons overigens heel vaak om dicht op de tijdgeest te schrijven.

Juf Sanne: En nu ligt er een prachtig boek op tafel! Kun je iets vertellen over de totstandkoming?

Ajé: Dat was een lang proces. Uit mijn hoofd gezegd werd ik in 2006 al eens gebeld door de hoofdredacteur van uitgeverij Podium, Harminke Medendorp. Of ik niet eens een ‘kloek’ voorleesboek zou willen schrijven over Sinterklaas. Dat vond ik lastig. Want Het Sinterklaasjournaal gaat over de werkelijkheid van Sinterklaas. We doen alsof het allemaal echt is wat er gebeurt. En een voorleesverhaal is toch altijd verzonnen. Toen dacht ik dat de combinatie niet zou kunnen.

Daarna zijn er een aantal uitgevers geweest die een poging hebben gedaan om een boek te maken over het journaal en steeds mankeerde er weer iets aan de vorm. We waren nooit echt honderd procent tevreden.

Wel werd in de loop der tijd duidelijk dat met name de scènes die niet direct met de grote verhaallijnen van het journaal te maken hadden, zich wel leenden voor een voorleesverhaaltje. Zo’n verhaaltje kan ook makkelijk naast het televisieprogramma  bestaan. Bovendien is het vanwege de lengte bijzonder geschikt. Het is lekker kort en daar houden niet alleen kleuters van, maar ook ouders die voor het slapen gaan nog snel iets willen voorlezen.

Van dat soort korte items zijn er in de loop der jaren een heleboel voorbij gekomen in het Sinterklaasjournaal. Vandaar dat ik zes jaar later weer contact opnam met Harminke van Podium. Het had even geduurd, maar ik was er uit. Een ‘kloek’ boek moest het worden. Met korte voorleesverhalen, gebaseerd op de karakters van Het Sinterklaasjournaal. Harminke had al die jaren geen contact meer met mij gehad, maar was direct weer enthousiast. In maart dit jaar maakten we daarom een afspraak.

Over de vorm werden we het snel eens: korte voorleesverhalen voorzien van illustraties. Harminke wist ook meteen wie het boek moest vormgeven. Dat was Yolanda Huntelaar, bekend van boeken als ‘Het Muizenhuis’. Dat was een goede keus, want Yolanda heeft op een geniale manier, met veel humor de televisekarakters in boekillustraties weten te vertalen.

Een klein nadeeltje voor mij was dat het boek heel erg dik zou moeten worden. Er moesten uiteindelijk vijftig tot zestig verhalen in. Dat was nogal een klusje in de avonduren en de weekenden. Zeker toen we in april ook weer begonnen met de televisiescenatrio’s van Het Sinterklaasjournaal. Maar goed. De RSI klachten zijn alweer verdwenen. En het is de moeite waard. Want wát is het een mooi boek geworden, zeg. Er zit zelfs chique “Sinterklaasgoud” op de voorkant. Omdat het een gebonden boek is, bladert het ook lekker. Je moet er voor de grap ook eens aan ruiken, dan vliegt de nostalgie je tegemoet. Heerlijk. Ik kan nog steeds niet geloven dat het voor zo’n klein prijsje in de winkel ligt. Het is te geef als je het mij vraagt!

Juf Sanne zegt: Helemaal in de geest van Sinterklaas dus! Ajé, hartelijk dank voor het interview en ook voor het schrijven van dit fantastische boek.

sinterklaasjournaal1

Over Het grote Sinterklaasjournaal voorleesboek …

sinterklaasjournaal2De inhoud:

Voor iedereen die niet genoeg kan krijgen van Het Sinterklaasjournaal is er nu dit boek met vijftig korte voorleesverhalen, rebusgedichten en Kort nieuws van Dieuwertje. In een groot, donker bos zijn de Hoofdpiet, de Wellespiet en Pietje Precies verdwaald. Verdrietig en moedeloos zitten ze bij de zakken neer. Ondertussen werkt Titus Tillema in zijn rommelschuurtje aan een verlanglijstjesmachine, zeurt meneer Zanik over zijn cadeautjes en probeert de Huispiet voor de zoveelste keer de Pieten te tellen. Dieuwertje Blok ziet in haar televisie-uitzending dat Pietje Paniek het Grote Boek van Sinterklaas is kwijtgeraakt en ze helpt de Rijmpiet zijn rijmpjes af te maken. Vinden de Pieten de weg naar huis? Komt het Grote Boek terug? En zullen we eindelijk te weten komen hoeveel Pieten Sinterklaas heeft?

Juf Sanne zegt:

Ik kan het heel kort houden en zeggen: GEWELDIG. Maar dan heb ik echt niet genoeg verteld. Wat een heerlijk boek! Zoals te verwachten is het boek volledig in de geest van Het Sinterklaasjournaal. De verhaaltjes zijn kort dus zeer geschikt om in de klas tijdens het melk drinken voor te lezen. Soms is het een op zichzelf staand verhaal en soms is het een verhaal met een aantal hoofdstukken en een verhaallijn. Alle verhalen zijn bijzonder vol humor en je ziet het eigenlijk gewoon levendig voor je. Het boek is voorzien van grappige tekeningen in een herkenbare stijl. In verhaaltjes komen bekende elementen uit het journaal terug, zoals het precisiestrooien, Huispiet die altijd de Pieten probeert de tellen en het korte nieuws van Dieuwertje. Absoluut een aanrader voor fans van Het Sinterklaasjournaal zowel thuis als op school.

We mogen één exemplaar weggeven aan een trouwe bezoeker van JufSanne.com. Mail naar sanne@jufsanne.com o.v.v. Het grote Sinterklaasjournaal voorleesboek en maak de volgende zin af:

“Ik wil graag Het grote Sinterklaasjournaal voorleesboek winnen omdat …”

De winnaar van dit prachtige boek is Tamara Verlaan! Van harte gefeliciteerd, Tamara!

De winnaar wordt op 10 november bekend gemaakt. Het Sinterklaasjournaal start dit jaar op 11 november.