50 lessuggesties met de 50 Albert Heijn mini’s

Albert Heijn heeft weer een leuke actie met mini’s. Mijn dochter en ik verzonnen er allerlei spelletjes mee. Zo leuk, ik dacht daar schrijf ik een blog over.

Spaar dus samen met de klas of thuis de leuke mini’s van Albert Heijn en gooi ook de kaartjes, die in de verpakking zitten, niet weg!

ahminis01

Lees verder om de 50 ideeën met de mini’s te zien …

De ideeën:

  1. Vink steeds af welke nieuwe mini er is bijgekomen.
  2. 50 is heel veel. Probeer visueel te maken door dit te laten zien met 50 kleine blokjes. Haal er steeds blokjes af als er mini’s zijn bijgekomen. Zo kunnen de kinderen heel goed zien dat het er steeds minder worden.
  3. Je kunt ook de mini’s het blokje laten vervangen. Tel elke dag hoeveel mini’s er nog nodig zijn om tot 50 te komen.
  4. Print de overzichtskaart meerdere keren uit en houd op een ander blad bij hoeveel dubbele mini’s er zijn.
  5. Leg de kaartjes die eveneens in de verpakking zitten op tafel en laat de kinderen de juiste mini erbij zoeken.
  6. Leg de mini’s op tafel en laat de kinderen de juiste kaartjes erbij zoeken.
  7. Doe de mini’s in een voelzak en laat een kind raden welke mini ze in haar hand heeft.
  8. Doe de mini’s in een voelzak en pak een kaartje. Laat een kind proberen deze mini uit de zak te halen. Beperk eventueel het aantal mini’s.
  9. Doe de mini’s of de kaartjes in een voelzak en laat een kind er iets uitpakken. Het kind bekijkt het kaartje en verstopt dit in zijn hand. De klas stelt vragen aan het kind en probeert er achter te komen welke mini het kind heeft. Het kind met de mini mag alleen antwoorden met ja of nee.
  10. Doe de mini’s of de kaartjes in een voelzak en laat een kind er iets uitpakken. Het kind bekijkt het kaartje en verstopt dit in zijn hand. Het kind omschrijft de mini en de kinderen proberen te raden welke mini het kind in zijn hand heeft.
  11. Sorteer de mini’s op eigenschap, bijvoorbeeld groente of fruit, gezond of ongezond.
  12. Sorteer de mini’s op dezelfde beginklank. Print de kaarten uit en laat de kinderen een mini neerleggen bij het plaatje met dezelfde beginklank.ahminisbeginklank02
  13. Sorteer de mini’s op beginklank en laat de kinderen deze bij de juiste letter* plaatsen. (*Indien het kind al letterkennis heeft).
  14. Zoek twee mini’s met dezelfde beginklank.ahminisbeginklank03
  15. Print de cijferkaarten uit en tel met de mini’s. Het kan met dezelfde mini’s als je daar meer van hebt, het kan ook met allerlei mini’s door elkaar.
  16. Print de cijferkaarten uit en laat de kinderen steeds één meer of één minder neerleggen.
  17. Maak een prijskaart van alle mini’s. Hang deze op in de huis- of themahoek.  ahministellen01
  18. Leg drie hoepels in de kring en leg een aantal mini’s in de hoepels. Vraag een kind om bij de hoepel met de meeste of minste mini’s te gaan staan.
  19. Knutsel van 16 vierkanten een mandje met de kinderen en sorteer daarin de mini’s op kleur, klank of hoeveelheid. Lees hier de instructie voor het vouwen van een mandje van 16 vierkanten.
  20. Knutsel van 16 vierkanten een mandje van verschillende maten vouwkarton. Hoeveel mini’s passen er in het grootste bakje? En hoeveel in het kleinste bakje?
  21. Knutsel een bakje met een deksel. Stop hier een aantal mini’s in. Welk bakje weegt het zwaarst en welke het lichtst?
  22. Stop in het grote bakje juist minder mini’s en in het kleine bakje meer. Welk bakje is zwaarder?
  23. Maak een logische volgorde van zwaar naar licht aan de hand van de bakjes met deksel gevuld met de mini’s.
  24. Speel een kimspel. Leg een aantal mini’s neer en vraag de kinderen goed te kijken. Laat ze de ogen sluiten en neem een mini weg. Vraag de kinderen welke mini ontbreekt.
  25. Leg alle mini’s zichtbaar neer en speel het boodschappenspel. Noem een aantal boodschappen op, de kinderen proberen deze te onthouden en in jouw mandje te doen. Speel dit spel eventueel in verhaalvorm.ahminis04
  26. Laat de kinderen de woorden bij de mini’s stempelen in de stempelhoek.
  27. Laat de kinderen in de bouwhoek een winkeltje bouwen. Vervolgens mogen ze de mini’s verkopen.
  28. Laat de kinderen een menukaart maken met de mini’s.
  29. Heb je dubbele mini’s? Speel memory met de kaartjes.
  30. Plak steeds 2 kaartjes op een stuk karton en maak er een dominospel van.
  31. Verzamel lege yoghurtbakjes (Danoontje) en leg een aantal dubbele mini’s onder. Speel zo memory.
  32. Maak een koksmuts en ga naar de speelzaal. Geef elk kind een mini. De kok is de tikker en hij probeert zoveel mogelijk mini’s te verzamelen.
  33. Maak een koksmuts en ga naar de speelzaal. Geef elk kind een mini. De kok is de tikker en hij pakt uit de voelzak een kaartje. Hij probeert er achter te komen welk kind deze mini heeft en vervolgens dit kind te tikken. Het kind met deze mini mag ruilen met andere kinderen om de tikker in verwarring te brengen.
  34. Rijm met de mini’s. Neem wederom de overzichtskaart en knip deze in stroken los. Plak alles onder elkaar en hang de poster op. Verzin steeds rijmwoorden met de klas. Je kunt niet 50 woorden in één keer doen dus maak hier gerust een 5 minuten spelletje van aan het eind van de dag.
  35. Speel bingo met de mini’s. Maak 6 groepen en geef een groep kind 4 of meer mini’s (maximaal 8). Neem alle kaartjes en roep steeds om wat er op het kaartje staat. Zodra een kind de mini heeft mag hij het in zijn mandje doen.
  36. Bedenk een gerecht en maak met de kinderen een boodschappenlijst aan de hand van de mini’s. Wat heb je allemaal nodig om een pizza te maken?
  37. Bespreek met de kinderen wat ze lekker vinden en wat niet.
  38. Laat de kinderen een boekje maken aan de hand van een overzichtskaart. In het boekje maken ze een bladzijde met wat ze lekker vinden en wat niet.
  39. Laat een kind steeds 2 kaartjes bij elkaar zoeken.ahminis05
  40. Verzamel eventueel een aantal echte boodschappen en proef met de kinderen.
  41. Bak champignons of maak tomatensoep in de klas. Laat de kinderen eventueel snijden en beschrijf het proces.
  42. Ga naar de supermarkt en probeer de echte boodschappen te vinden. Maak er foto’s van met de kinderen.
  43. Maak met de kinderen een fruitsalade. Maak eerst een recept aan de hand van de mini’s. Je kunt ook de Allerhande kids uit de Albert Heijn meenemen voor inspiratie.
  44. Laat de kinderen van klei een aantal mini’s namaken.
  45. Zing het liedje op de wijs van Vader Jacob:
    Wij doen boodschappen
    Wij doen boodschappen
    Allemaal, allemaal
    En daarna gaan we koken
    Heerlijk om te koken
    ’t wordt een feestmaal
    ’t wordt een feestmaal
  46. Knip de kaartjes door tweeën of door drieën en laat de kinderen de puzzel weer maken.
  47. Je kunt ook een Engels lesje met de mini’s geven. Kies 5 mini’s en leer de Engelse woorden voor deze mini’s. Als je kiest voor de citroen kun je door vies te kijken ook het woord sour aanleren. Bij grapes kun je dan het woord sweet aanleren.
  48. Speel het dieren doen boodschappenspel. Een hilarisch spel waarbij de kinderen een dier verzinnen met dezelfde beginklank als de boodschap die ze gaan doen. Een slang koopt spinazie, een papegaai koopt een pompoen.
  49. Laat de kinderen de ogen sluiten. Neem in aantal mini’s en laat deze met tussenpozen in een mandje vallen. De kinderen luisteren en proberen te tellen hoeveel boodschappen je in jouw mandje hebt gedaan.
  50. Speel winkeltje in de kring. Geef elk kind een briefje met daarop een cijfer. Label de mini’s met prijsjes. Geef een kind een opdracht om boodschappen te komen doen. Hij moet bijvoorbeeld 2 of 3 boodschappen doen zonder geld over te houden. Voor jongere kinderen pas je de opdracht natuurlijk aan.

Ik hoop dat ik je genoeg inspiratie heb gegeven om lekker met de mini’s aan de slag te gaan. Ik wens je veel speelplezier met de kinderen!

Wil je alles nog rustig even nalezen of bij de hand houden voor in de kring of aan tafel? Download hier de 50 suggesties.