Lesmateriaal recensie: Duolink ruimte
Duolink wordt als de vervanger van Begrippendiagram gezien. Begrippendiagram behandelde verschillende begrippen in 12 kaarten. De doos was ontzettend zwaar en voor kleuters moeilijk te tillen. Desalniettemin was dit wel een juweeltje van Rolf en een uitstekende manier om te controleren of de kinderen de begrippen beheersen en een matrix kunnen neerleggen. Waarom zou je dat materiaal veranderen? Die vraag hoop ik te beantwoorden in deze recensie.
Omschrijving van het materiaal
Met Duolink ruimte worden diverse ruimtelijke begrippen geoefend, zoals erin, eronder, erachter, ervoor, links, rechts, naar boven, naar beneden. De opdrachtstroken en antwoordkaartjes zijn voorzien van kleurkaders zodat je duidelijk kunt zien wat bij elkaar hoort. De verticale en horizontale opdrachtstroken worden naast het matrixbord gelegd, waarna het kind kan beginnen met het vullen van de matrix. Niet alleen een leuke maar ook een leerzame opdracht. De kist bevat 6 verschillende matrixkaarten.
In de praktijk
Allereerst valt het op dat de kist een stuk lichter is dan zijn voorganger en daardoor makkelijker te hanteren voor kleuters. Er zit natuurlijk minder in de kist, maar er zijn nog twee andere kisten om het plaatje weer compleet te maken. Duolink ruimte behandelt de ruimtelijke begrippen, Duolink tellen controleert het tellen tot en met 8, en Duolink kleur en vorm komen allerlei begrippen aan bod waarbij de vorm en/of de kleur centraal staan. Makkelijk zat, niet waar? Op zich is het wel een goede zet geweest om deze elementen te scheiden. Naast de gewichtsfactor kan je nu per onderdeel kijken of een kind de begrippen beheerst.
Paarse kaart
paarse kaart
Bij de start van de werkles begin ik graag met de paarse kaarten. Dit vind ik zelf de makkelijkste kaart en het geeft het kind de gelegenheid om aan de matrix te wennen. Wat een belangrijk gegeven is, is dat het kind moet weten dat de punt van de driehoek constant naar boven moeten wijzen. Bij de paarse kaart gaat het om plaatsbepaling. Je ziet een vlinder, een vis, een vogel en een bij die zich in, op, uit of naast de cirkel bevinden. Deze kaart is vergelijkbaar met de rode kaart van begrippendiagram maar veel minder abstract. In mijn ogen een goede verbetering.
Blauwe kaart
Daarna gaan we door met de blauwe kaarten. Je ziet een meisje die op, onder, achter of voor een balk staat. Op de bovenste strook staan verschillende vormen. De opdracht is dus de twee te combineren. In de praktijk worden de plaatjes van ervoor en erop vaak verwisseld. Deze kaart is weer vergelijkbaar met de zalmkleurige kaart uit begrippendiagram.
Oranje kaart
oranje kaart
Daarna nemen we de oranje kaarten. Het gaat hier om de kleur van de vissen en welke kant ze op zwemmen. Naar boven, naar beneden, naar links of naar rechts. Wederom belangrijk om het driehoekje goed naar boven te laten wijzen. Ik heb een kind gehad die zich liet afleiden door de kleur van het driehoekje en deze in de rij van de oranje ging leggen. Dit kind vond oranje en rood ook wat moeilijk om uit elkaar te houden. Wat ik het leukste aan deze kaart vind is dat de vissen dus door elkaar liggen. Er wordt gezocht op kleur en richting en dat maakt deze kaart moeilijker dan als je had laten zoeken op soort vis en richting. Ook goed van deze kaart is dat na de rij van omlaag niet automatisch de rij van omhoog begint maar naar rechts, daarna omhoog en daarna naar links. Hiermee wordt het verwachtingspatroon verbroken. Deze kaart is vergelijkbaar met de gele kaart uit begrippendiagram maar wel veel beter in mijn optiek.
Groene kaart
groene kaart
We gaan door met de groene kaart. Het gaat hier om de begrippen erin, erop, eruit en erachter. Weer liggen de voorwerpen door elkaar om dat er gezocht wordt op positie en kleur. Komt een kind er echt niet uit, maak dan eerst rijtjes op kleur. Kijk dan met het kind naar op welk kaartje er een rode voor de doos staat. De opdracht strook aan de linkerzijde is redelijk abstract, het helpt een kleuter om eerst te verwoorden wat hij ziet. Maak duidelijk dat het om de ingekleurde cirkel gaat en niet om de doos. Dat is voor ons misschien vanzelfsprekend maar in de praktijk bleek dit niet zo te zijn. Deze kaart is niet vergelijkbaar met eerdere kaart en daarom echt nieuw te noemen.
Gele kaart
gele kaart
De gele kaart gaat om grootte. Dit wordt uitgelegd door 4 strookjes die van lang naar kort gaan waarvan er steeds één gekleurd is. Dat is mijn puntje van kritiek. In mijn optiek gaan die strookjes van lang naar kort en niet van groot naar klein. Maar het moet door het kind wel als zodanig vertaald worden. De kaartjes liggen ook op een logische volgorde van groot naar klein en als je echt had willen controleren of ze begrippen de grootste en de kleinste begrepen hebben dan had het wel prettig geweest als daar geen logische volgorde in zat.
Rode kaart
rode kaart
De laatste kaarten van de kist zijn de rode kaarten. Ik vind dit echt een pittige kaart. Hij is enigszins te vergelijken met de lichtgroene kaart uit begrippendiagram. Ik vind ‘m iets minder abstract. Wat goed is aan deze kaart is dat ook hier een verwachtingspatroon wordt doorbroken. In de rij waar de de meeste groene armen staan, vind je plotseling ook een blauwe arm. Dit trucje wordt herhaald in de rij van de blauwe armen. Wijs de kinderen op de constante factor per rij, één arm blijft constant de zelfde richting opwijzen terwijl de andere arm wisselt van positie. Zoals gezegd, een pittige en uitdagende kaart.
Alle kaarten van duolink zijn zelfcontrolerend. Als de kinderen de plaatjes omdraaien komt er een afbeelding tevoorschijn. Een kind krijgt dus meteen antwoord op de vraag of de opdracht goed gemaakt is.
Conclusie
Ik vind Begrippendiagram super, maar ik ben nog enthousiaster over deze Duolink kist. Het splitsen van de verschillende gebieden ruimte, tellen en kleur/vorm is een goede beslissing geweest. De kist is beter te hanteren en de kinderen kunnen de kist in één werktijd afkrijgen. Ik vind de volgorde van aanbieden wel belangrijk. Zoals gezegd is in mijn optiek de paarse kaart de makkelijkste en de rode het moeilijkst. Ik had zelf bij het ontwerpen gekozen voor andere kleuren van de driehoekjes die niet ook nog eens in het materiaal zelf voorkomen. Ook is rood en oranje voor sommige kinderen lastig uit elkaar te houden.
Zeer positief ben ik over het feit dat de ontwerpster het “out of the box†denken bij kinderen probeert te stimuleren. Met uitzondering van de gele kaart is er niet veel vanzelfsprekend en daar hou ik wel van!