Lesmateriaal review Mini-diagram

Lesmateriaal review: Mini-diagram van Rolf

De recensie van deze maand gaat over Mini-diagram van Rolf.

Dit ontwikkelingsmateriaal bestaat al een tijdje en is een variant op het bekende Begrippendiagram en zijn vervanger Duolink. Wat is de toegevoegde waarde van nog een ontwikkelingsmateriaal met een matrixbord? Is Mini-diagram echt zo anders dan Begrippendiagram en Duolink? Is het het aanschaffen waard? In deze review neem ik Mini-diagram onder de loep en probeer ik deze vragen te beantwoorden.

Hoe werkt het

Het principe met de matrix is hetzelfde als Begrippendiagram. Er wordt weer gewerkt met 2 opdrachtstroken waarvan er één steeds verandert. De opdrachtstrook met de symbolen verhuist echter steeds mee naar de volgende matrix. Op deze horizontale strook staan 3 symbolen: = hetzelfde, + iets erbij, – iets eraf.
Een kind maakt ook een keuze uit negen kaartjes waarvan drie kaartjes natuurlijk in de juiste rij horen. Daarna is het nog een kwestie van hetzelfde kaartje zoeken, een kaartje waar iets bij is gekomen en een kaartje waar iets eraf is gegaan. Het vraagt van een kind om oog voor detail te hebben, het opmerken van kleine verschillen.

In de praktijk

Ik begin met de instructie. Ik vertel het kind dat de verticale opdrachtstrook de baaskaart is. Deze kaart bepaalt wie er aan de beurt is. Het kind selecteert vervolgens de drie kaartjes die de baaskaart dicteert. Dan bekijken we de horizontale opdrachtstrook. Zoek nu het plaatje dat gelijk is aan de baaskaart. Daar is eigenlijk al een moeilijkheid op te merken. Het = teken is in de wiskundige taal het symbool om aan te geven dat er een gelijkheid bestaat: 2 + 2 = 4. Bij jonge kinderen zeggen we dan twee erbij twee is samen vier. We zeggen niet is hetzelfde als of is gelijk aan. Maar dat is wel wat hier bij dit materiaal moet zeggen. De vraag is of de kinderen dit begrijpen. Ik zeg dus wel tegen het kind, “welk plaatje is gelijk aan het plaatje dat je op de baaskaart ziet?” Het zoeken van wat erbij is gekomen en eraf is gegaan gaat vaak ook prima. Ik heb een kind gehad dat bij het eraf constant twee dingen opnoemde. Dus naast het object wat eraf ging noemde het kind ook nog het verschil met de kaart waar iets bij was gekomen.

Om te differentiëren kun je de strook met symbolen ook andersom leggen. Dan begin je juist met iets eraf.

Conclusie

Mini-diagram is goed ontwikkelingsmateriaal om te controleren of kinderen:

• kleine nuances kunnen ontdekken.
• de wiskundige symbolen =, + en – begrijpen.

Het is daarin wel anders dan Duolink en Begrippendiagram. De overeenkomst is natuurlijk de matrix. Ik heb zelf gemerkt dat het materiaal voor groep 2 kinderen, waar je graag van zou willen dat ze de wiskundige symbolen begrijpen, vaak goed te doen is. Soms is het zelfs te makkelijk voor deze kinderen. Voor groep 1 kinderen is Mini-diagram echter nog wat te moeilijk, en dat geeft ook niet. Van deze kinderen verwacht je ook niet dat ze de wiskundige symbolen al kennen.

Ik heb samen met mijn collega verzonnen dat het in principe handiger zou zijn als de strook met =, + en – losse kaartjes zouden zijn. Ook mogen de verschillen kleiner. Nu staat er op een baaskaart een hoed, een cadeau en een taart. Dat maakt het over het laatste kaartje wat op de matrix komt niet echt nagedacht hoeft te worden. Je zou het werkje moeilijker maken als het 9 taarten waren. Dan waren de verschillen veel kleiner dan als nu en zal er veel beter gekeken moeten worden.

Is het dan wel het aanschaffen waard? Ik vind Mini-diagram een kennismaking met de wiskundige symbolen  en een matrix op een leuke en niet al te moeilijke manier. Het is voor jonge oudste kleuters prima of meer in het begin van het schooljaar. Als je nog geen matrixwerkjes hebt en je wilt kinderen laten kennismaken met dit principe dan is Mini-diagram uitstekend geschikt. Je kunt dit werkje ook aanbieden voordat je begint met Begrippendiagram of Duolink.

Op de website van Rolf (www.rolf.nl) zijn er overigens gratis registratiekaarten te downloaden voor dit lesmateriaal.